Typologie(ën)

appartementsgebouw
historische lift

Ontwerper(s)

Marcel PEETERSarchitect1930-1934

Lucien KAISINbouwpromotor / vastgoedontwikkelaar1930-1934

Gérard KAISINbouwpromotor / vastgoedontwikkelaar1930-1934

Juridisch statuut

Beschermd sinds 19 april 2007

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20914
lees meer

Beschrijving

Groot appartementsgebouw in art-decostijl, n.o.v. architect Marcel Peeters voor bouwpromotoren Lucien Kaisin en zijn zoon Gérard, 1930-1934.

Na verscheidene voorontwerpen gemaakt vanaf 1929, werd in 1930 een principiële vergunning afgeleverd voor een bouwplan in twee fases. De vergunning voor de bouw van blok I, aan de straatkant, werd uitgereikt in 1931; die voor blok II, die twee wooneenheden omvat, in 1934. In 1930 was maar voorzien in tien verdiepingen voor het geheel, boven de benedenverdieping en een tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Een elfde verdieping werd het jaar daarop ontworpen. In 1932 werd het definitieve ontwerp van blok II getekend; de rechter eenheid kreeg drie extra verdiepingen. De eerste steen van dit blok, ingewerkt in de sokkel, draagt de inscriptie “P. F. / 3 mars / 1934”; het werd afgewerkt in december van datzelfde jaar.

Het geheel vormt een gebouw met een U-vormige plattegrond, loodrecht op de straat, aan de straatkant en links afgeboord met een dreef en een tuin.

Gevels
Structuur van gewapend Hennebiquebeton. Benedenverdieping en tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. in zwart gepolijst granito. Gevels langs de straat en de tuin bekleed met “Tirolerpleisterkalk”. Lekdorpels van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in gereconstrueerde Euvillesteen. Secundaire gevels in cementbeton; opvulling met Boomse baksteen. De blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. aan de straatkant werd in 2002 met Eternit bekleed.

[i]Les Pavillons français[/i], Notelaarstraat 282, opstand aan tuinzijde, GAS/DS 201-282 (1932).

Gevel van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de straat en zes symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen langs de tuin, onder plat dak. Benedenverdieping en tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. voorzien van kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., de meeste per twee of drie gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd.. Langs de straat, twee garagepoorten en een dienstingang die naar de binnenplaats achteraan leidt, gevolgd door een winkel met twee vitrines, de deur ingewerkt in de eerste. Langs de tuin, één toegang per eenheid, met omlijsting met zaagtand. In de linker eenheid, hoofdingang links, toegankelijk via een hardstenen trap evenwijdig aan de gevel; garagetoegangen rechts.

Op de verdiepingen, gevels geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en trapezoïdale erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., op de eerste en de achtste verdieping verbonden door doorlopend  balkon met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en leuning; platform van het balkon van de eerste verdieping is in granito en vormt een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. voor de benedenverdieping. Langs de straat, hoekerker en een andere, beperkt tot de achtste verdieping, bekroond door een terras en een balkon, allebei met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Langs de tuin zijn de erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. rechthoekig in de laatste bouwlaag van elke eenheid. Deze bouwlaag heeft een doorlopend  balkon, met een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor de per twee of drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., die van de centrale eenheid rondboogvormig. Zijvlakken van de erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., platform van de balkons en risaliterend hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met zaagtanden. Langs de straat, terras op laatste verdieping, met links een pergola, nu beglaasd. Klein inspringend technisch volume op elk plat dak. Net als de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. worden de daken afgeboord door een leuning.

[i]Les Pavillons français[/i], Notelaarstraat 282, hoofdingang van het rechtergedeelte (foto 2011).

Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Houten hoofddeuren met getraliede bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Smeedijzeren beglaasde deuren voor garage en dienstingang, die van de garages langs de straatkant vervangen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping en van de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. bewaard, met roedeverdeling; vitrines bewaard. Op de verdiepingen, schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard, op laatste verdieping met roedeverdeling.

Interieur
De drie hallen worden elk geflankeerd door een conciërgeloge; de hallen zijn bekleed met lichtgekleurd geprofileerd eikenhout, onder plat plafond met zaagtand; mozaïekvloer. De meer verzorgde hal van de rechter eenheid neemt twee bouwlagen in beslagVerzameling van metalen elementen op een deur of raam. en wordt verlicht door drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met glas-in-loodraam; twee muurschilderingen versieren de bovenzijde. De hallen leiden elk naar een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met twee liften; houten lift bewaard in de rechter eenheid. Houten trappen in de rechter eenheid, in granito in de andere.
Enkele gemeenschappelijke installaties: een ‘algemene keuken' in de rechter eenheid en een ‘restaurant' in de middelste, bereikbaar via een kleine deur; ‘kamers voor dienstpersoneel' op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., in de eenheid rechts met een ‘vergaderzaal'.
Per verdieping zeven appartementen van een tot drie kamers, drie in de rechter eenheid, twee in elke andere. Eén appartement op de laatste verdieping van de rechter en centrale eenheid. Solarium op het dak van de centrale eenheid.

[i]Les Pavillons français[/i], Notelaarstraat 282, inkomhal van het linkergedeelte (foto 2011).

Tuin
Tuin gerenoveerd in 1971, met wederopbouw van het muurtje langs de straatkant, in hardstenen breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen.. Links van de ingang, originele metalen plaat met de inscriptie ‘Les “Pavillons Français” / du quartier nord est'. Tuin bestaande uit grasperk met verschillende terrassen, afgeboord met muurtjes beklemtoond door lantaarns in de vorm van gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes met daarop een glazen bol. Aan de achterkant van het terrein ontwierp de architect in 1935 een betonnen gebouw van één bouwlaag in L-vorm, met garages en een wasplaats in de hoek; deuren bewaard.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 201-282.

Tijdschriften
“Une œuvre de feu M. Lucien Kaisin: Les Pavillons Français”, Bâtir, 1935, 27, pp. 56-60.
MESNEL, G., “Les Pavillons français & La Résidence de la Cambre”, L'Art belge, bijlage bij nr. 1, 1936, pp. 121-124.
VAN DIJK, P., Immeubles à appartements de l'entre-deux-guerres, coll. Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 43, 2006, pp. 26-27.