Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Franz D'OURSarchitect1912

Charles NEIRYNCKarchitect1912

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 21063
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met invloed van régencestijl, n.o.v. architecten Franz D'Ours en Charles Neirynck, 1912.

Maakt deel uit van bijzonder homogene huizenrij in eclectische stijl en Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., van nr. 14 tot nr. 66.

Gevel in witsteen en oranjekleurige baksteen, met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. oorspronkelijk onder pseudomansarde en plat dak, gewijzigd met toevoeging van een zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. in 1932. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., schouderboogvormige voorbouw van twee bouwlagen bekroond door een terras voor twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Gewelfd balkon op de eerste verdieping van de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. Spiegelboogvormige muuropeningen in de eerste twee bouwlagen, met ovaal impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. onder rondbogige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). in de laatste bouwlaag. Rijk gebeeldhouwd decor: schelpen, volutes, mascaronsGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.. Ankers. Stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Voorbouw achter kleine en lagere binnenplaats. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling bewaard, soms met gewelfde dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. en dito roedeverdeling. Beglaasde inrijpoort, borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en hek van de voortuin in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen….

Trappenhuis in het midden; hal met zuilen in de eerste twee bouwlagen, aangevuld met een tweede trap.

Bronnen

Archieven
GASLW/DS 297/doos 28 (1912), 3445 (1932).