Vergotesquare 38

Op de hoek met de Auguste Reyerslaan, appartementsgebouw in art-decostijl, gesigneerd op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. “M^r TILMAN / ARCHITECTE / SCHA. BRUXELLES”, 1929.

Onregelmatige inplanting. Gevel van baksteen, kunststeen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Zes bouwlagen, de laatste als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt., onder mansarde. Hoge nivellerende onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met garages. Aan de Reyerslaan, drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste afgeschuind. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. behandeld als hoektoren die oorspronkelijk in de laatste bouwlaag een loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. vormde onder een veelhoekige bolvormige spits; gesloten loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. en dak vervangen door een bijkomende bouwlaag onder koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. in 1956. Kant Vergotesquare, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de tweede als hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Benedenverdieping met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Twee halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. en terugwijkende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met trappenpartij en balustradeHekwerk van spijlen of balusters.; in de portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. bevinden zich de hoofddeur en die van de diensttrap. De meeste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) behandeld als gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met lichte uitsprong bekroond door een terras: rechthoekig, met holle zijvlakken, rondbogig. Steekboogvormige of korfboogvormige muuropeningen op de benedenverdieping, rechthoekig en soms met twee monelenStenen vensterstijl. op de verdiepingen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen. Beglaasde deuren, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en tuinhekken in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… bewaard.

De appartementen waren direct voor de verkoop bestemd. Eén appartement per bouwlaag, bediend door een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met lift en een diensttrap.