Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

René BARTHOLEYNSarchitect, bouwpromotor / vastgoedontwikkelaar1923-1925

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20458
lees meer

Beschrijving

Op de hoek van de Van Hamméestraat en de Albert de Latourstraat, geheel van tien verschillende burgerhuizen in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., ontworpen door architect René Bartholeyns in 1923 en 1925, sommige voor eigen rekening of die van een familielid.

De meeste gevels in baksteen, thans beschilderd op Van Hamméestraat nr. 53, 55 en Albert de Latourstraat nr. 62, 64, met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde delen. De gevel van nr. 60, volledig bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., verschilt opmerkelijk van de andere gevels van het geheel. Hoekkettingen op Van Hamméestraat nr. 53 tot 57 en Albert de Latourstraat nr. 62, 64. Bewaarde deuren, behalve op Albert de Latourstraat nr. 68 en Van Hamméestraat nr. 61.

Albert de Latourstraat 60, opstand, GAS/DS 8-60 (1923).

Op Albert de Latourstraat nr. 60, huis van drie bouwlagen. Op de benedenverdieping, onder gemeenschappelijke arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. en gescheiden door een pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en een terugwijkende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met afgesneden vlak, met daarin de deur en een getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de verdiepingen, bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. onder boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op de eerste verdieping ,en geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met decor van volutes, palmen en cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.

Op Albert de Latourstraat nr. 62, gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond door een gewelfde topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de eerste twee bouwlagen gevat in een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. met plantendecor, die op de benedenverdieping als tweelicht met moneelStenen vensterstijl., die op de eerste verdieping met boogvormig balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Op de tweede verdieping, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met uitspringende vensterdorpel op twee consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Deur onder gewelfd entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Bewaard raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met uitwaaierende roedeverdeling in de bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bekleed met pvc.

Op Albert de Latourstraat nr. 64, huis van drie bouwlagen, symmetrisch op de verdiepingen. Op de benedenverdieping, breed drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met gebeeldhouwde omlijsting en twee deelzuilen met toegangsdeur rechts. Verdiepingen geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met topstuk met uitsprongen, verbonden door de gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Op de eerste verdieping, drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. achter een trapezoïdaal balkon op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker.. Op de tweede, hoefijzerboogvormig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl., beklemtoond door een band van parels. Decor van plantenguirlandes. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling bewaard.

Op Albert de Latourstraat nr. 66 en Van Hamméestraat nr. 59, bijna identieke gevels van drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Op de benedenverdieping, decor van arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en rondbogen met decoratieve sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Centrale boogvormige balkons met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. HoofdgestellenHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met getorsteGedraaid, gewrongen. halfzuiltjes. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.; œils-de-bœuf aan de zijkanten. Het meeste raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is bewaard op nr. 59, vervangen op nr. 66.

Albert de Latourstraat 68 en Van Hamméestraat 61, opstanden, GAS/DS 265-59-61 (1925).

Op Albert de Latourstraat nr. 68 en Van Hamméestraat nr. 61, twee huizen gebouwd volgens spiegelbeeldschema op de hoek van de twee straten. Ze vormen één volume van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., met op de hoek een trapezoïdale insprong met daarin omheinde tuintjes. Aan de straatkant, gevels van vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Die naar de hoek met vier andere ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), aan de zijkant als arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met decor van vruchten, de centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gekenmerkt door een boogvormige voorbouw bekroond door een terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., in tweeën gedeeld door een geprofileerd muurtje met volutes. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., vier in hout aan de kant van de straten, een in metselwerk met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en rankversiering op de hoek. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met decor van opengewerkte ovalen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen. Omheining met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met bolvormig topstuk en ingesneden muurtjes; metalen portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. bewaard op nr. 61; smeedijzeren traliewerk met bloemenmotief.

Op Van Hamméestraat nr. 57, gevel van drie bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Sokkel in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van zandsteen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. gevat in een boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. met gewelfde bekroning. Boogvormig Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. op één consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede verdieping met decor van pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Deur beklemtoond door een archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.

Op Van Hamméestraat nr. 55, twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Muuropeningen als drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., waarvan de balustersVaasvormige spijl van een borstwering. thans verdwenen zijn, rustend op twee paren consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Hoog hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met decor van festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden. en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met volutes doorbroken door een houten dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. als serlianaDrielicht met centraal hoger venster onder rondboog en laterale vensters onder architraaf. met gemetselde opengewerkte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; œils-de-bœuf aan de zijkant. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling.

Op Van Hamméestraat nr. 53, drie bouwlagen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen.. Eén traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en geflankeerd door brede kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met rechts de deur. Licht uitspringende bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. over twee bouwlagen, vertrekkend van benedenverdieping en bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Gewelfde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met breed uitkragend centraal gedeelte. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met schuine balken. Decor van medaillonsRonde of ovale cartouche.. Deur onder ovaal impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-loodraam; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met bewaarde roedeverdeling, sommige als schuifraam.

Bronnen

Archieven
GAS/DS Van Hamméestraat 53, 55: 265-55; Van Hamméestraat 57: 265-57; Van Hamméestraat 59, 61: 265-59-61; Albert de Latourstraat 60: 8-60; Albert de Latourstraat 62: 8-62; Albert de Latourstraat 64: 8-64; Albert de Latourstraat 66, 68: 265-59-61.