Typologie(ën)

arbeiderswoning

Ontwerper(s)

Louis-Xavier GOMANDgrondbezitter1844-1863

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2009-2011

id

Urban : 20069
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee bouwblokken met elk 47 neoclassicistische arbeiderswoningen gebouwd i.o.v. Louis Gomand tussen 1844 en 1863.

[i]Cité Gomand[/i] met onder het voltooide noordelijke bouwblok en boven het bouwblok in aanbouw,

Geschiedenis
Genoemd naar rentenier en opdrachtgever Louis-Xavier Gomand. Hij bouwde eerst het noordelijk bouwblok (Viaduct-, Sans-Souci-, Woonwijk- en Van Aastraat) tussen 1844 en 1851.
Eerste steen van zuidelijk bouwblok (Van Aa-, Woonwijk-, College- en Viaductstraat) werd gelegd in 1849 door Minister van Binnenlandse Zaken, Charles Rogier. Deze cité ouvrière zou immers in samenwerking met de overheid tot stand komen (LE ROY, 1885, p. 226). Ontstaan vanuit humanistische en moralistische overwegingen, waren de huizen enkel bedoeld voor ‘les plus laborieux et les plus dignes’ van de arbeidersklasse (Ixelles, ensembles urbanistiques…, 1990, pp. 227-228). De cité vormt aldus één van de eerste huisvestingsprogramma’s voor arbeiders van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het diende een na te volgen model te worden maar kende geen succes door de hoge huurgelden (LE ROY, 1885, p. 226).
Binnen de Cité Gomand zou vanaf 1852 ook een crèche-école gardienne zijn ondergebracht (LE ROY, 1885, p. 226).

[i]Cité Gomand[/i], herinneringsmedaille door F. Veyrat aan de steenlegging van de Cité in 1849

Beschrijving
Opvallend ruime arbeidershuizen met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie en twee tot drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); vaak gedeeltelijk blindZonder opening; blind venster, schijnopening. op verdiepingen. Oorspronkelijk gabariet en ritmering opvallend goed bewaard, ondanks herhaaldelijke verbouwingen van merendeel van de huizen, onder meer inbreng van winkelpui, aanpassing van muuropeningen (van getoogd naar rechthoekig) en veelal herbekleden van gevel. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  meestal vervangen.
Interieur:enfilade van twee kamers naast toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met trap.

Viaductstraat 39 en 37 (foto 2011).

Viaductstraat nr. 37, 39. Twee huizen achter gemeenschappelijke gevel in neoclassicistische stijl met in oorsprong symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Gedateerd en getekend op hardstenen platen aan weerszijden van centrale koetspoort: ‘L. GOMAND / PROP. / WY. JANSSENS ARCH.’ en ‘PREMIERE PIERRE / POSEE / LE XXIII 7_ MDCCCXLIX (of 23 september 1849) / PAR / MONSIEUR CH. ROGIER / MINISTRE DE L’INTERIEUR’.

Gevel met drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op benedenverdieping en tussen neggen op verdiepingen en oorspronkelijk bekroond door gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Meestal rechthoekige muuropeningen, behalve in centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): getoogd. Nr. 37 helaas bekleed met brikettenBaksteenvormige tegel die op het reeds bestaande gevelvlak wordt aangebracht ter imitatie van een bakstenen gevel.; oorspronkelijk deur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. evenwel bewaard.

Bronnen

Publicaties en studies
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU vzw, Brussel, 1990, p. 227.
LE ROY, P., Monographie de la commune d'Ixelles, Imprimerie Générale, Brussel, 1885.

Tijdschriften
ABEELS, G., ‘Le carré Gomand’, Mémoire d’Ixelles, 10, 1983, s.p.