Typologie(ën)
ijskelder
Ontwerper(s)
SOMMERYNS – aannemer – 1863
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Inventaris(sen)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
Onderzoek en redactie
2022
id
Urban : 40314
Beschrijving
Onder
de woning bevindt zich een voormalige ijskelder die bekend staat als de glacière royale, gebouwd rond 1863 door
aannemer M. Sommereyns.
De functie is vergelijkbaar met die van de glacière d'Ixelles (1852), die vroeger dienst deed als koelhuis voor het nabijgelegen slachthuis (zie Jean Van Volsemstraat nr. 71), met toegang tussen nr. 62b en nr. 64 in de J. Van Volsemstraat (zie dit adres).
Het ijs werd geoogst in de vijvers van Elsene onder concessie van de gemeentelijke overheid.
Geschiedenis
In april 1862 dient grondeigenaar, de heer Heindryckx een vergunning in voor het bouwen van een stal met schuur en een ijskelder eronder, in de buurt van het slachthuis. Bij aanvang van de werken, overleed Heindryckx en werd het bouwproject overgenomen door de aannemer Sommereyns, die in april 1863 de plannen voor de ijskelder voorlegde.
De plannen uit 1863 geven een idee van de afmetingen: 18 meter lang en 7 meter breed, 8 meter hoog, rustend op 50 cm hoge muren en overdekt door een halfrond gewelf. De bodem was gebogen om het smeltwater op te vangen, dat moest worden afgevoerd.
Tijdens de bouw stortte het bouwwerk twee keer in en de gemeente beval dat de zijmuren, die minstens 70 cm hoog moesten zijn, versterkt moesten worden.
In 1874 vroeg de heer Sommereyns toestemming om een tweede ijskelder te bouwen, ditmaal langs de Waversesteenweg, in Oudergem (zie nr. 1013-1015), toen nog deel uitmakend van de gemeente Elsene - ontworpen door dezelfde aannemer, lijken de twee ijskelders erg op elkaar. De vennootschap nam toen de naam Glacières Royales aan en deze nieuwe gebouwen in Oudergem werden gebruikt om ijs uit de Mellaertsvijvers op te slaan. In 1895 werd het bedrijf overgelaten aan de kinderen Sommereyns, Georges en Corneille, die het runden tot 1909.
Ondertussen was het bedrijf gemoderniseerd en omdat de exploitatie van natuurijs op zijn einde liep, werd in 1898 boven de ijskelder, in het huis een stoommachine geïnstalleerd om bronwater in ijs om te zetten.
In 1909 fuseerden de Glacières royales met de S.A. Anglo-belge tot de Glacières Anglo-belges et Royales réunies, waar vanaf dan het hoofdkantoor gevestigd is in de Barastraat 68-82 in Anderlecht.
De ijskelder in de J. Van Volsemstraat nr. 58 in Elsene werd gedegradeerd tot filiaal. In 1914 werd er geen melding meer van gemaakt en het jaar daarop werd het bedrijf overgenomen door Glacières de Bruxelles in Sint-Gillis.
Beschrijving van de kelder
Toegankelijk via de kelder van het huis, waarvan de meeste scheidingsmuren voorzien zijn van ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast..
Een ijskelder die de hele breedte van het perceel beslaat en dezelfde diepte van de woning omvat. Hij ligt ongeveer 10 m onder het straatniveau en heeft de vorm van een grote rechthoekige ruimte van 17,23 m lang, 6,71 m breed en 6,81 m hoog (interne afmetingen). Het wordt overdekt door een tongewelf ondersteund door twee dubbele bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden., het geheel gebouwd met bakstenen gevoegd met kalkmortel (afmetingen 18/18,5 x 8,5 x 4,5/5 cm). Huidige toegang in het gewelf (de oorspronkelijke toegangstrap werd afgekeurd).
Gebogen vloer om smeltwater af te voeren naar opvanggaten in de bakstenen vloer. De gemetselde voorraadbakken, bedekt met cement of beton, zijn bewaard.
De functie is vergelijkbaar met die van de glacière d'Ixelles (1852), die vroeger dienst deed als koelhuis voor het nabijgelegen slachthuis (zie Jean Van Volsemstraat nr. 71), met toegang tussen nr. 62b en nr. 64 in de J. Van Volsemstraat (zie dit adres).
Het ijs werd geoogst in de vijvers van Elsene onder concessie van de gemeentelijke overheid.
Geschiedenis
In april 1862 dient grondeigenaar, de heer Heindryckx een vergunning in voor het bouwen van een stal met schuur en een ijskelder eronder, in de buurt van het slachthuis. Bij aanvang van de werken, overleed Heindryckx en werd het bouwproject overgenomen door de aannemer Sommereyns, die in april 1863 de plannen voor de ijskelder voorlegde.
De plannen uit 1863 geven een idee van de afmetingen: 18 meter lang en 7 meter breed, 8 meter hoog, rustend op 50 cm hoge muren en overdekt door een halfrond gewelf. De bodem was gebogen om het smeltwater op te vangen, dat moest worden afgevoerd.
Tijdens de bouw stortte het bouwwerk twee keer in en de gemeente beval dat de zijmuren, die minstens 70 cm hoog moesten zijn, versterkt moesten worden.
In 1874 vroeg de heer Sommereyns toestemming om een tweede ijskelder te bouwen, ditmaal langs de Waversesteenweg, in Oudergem (zie nr. 1013-1015), toen nog deel uitmakend van de gemeente Elsene - ontworpen door dezelfde aannemer, lijken de twee ijskelders erg op elkaar. De vennootschap nam toen de naam Glacières Royales aan en deze nieuwe gebouwen in Oudergem werden gebruikt om ijs uit de Mellaertsvijvers op te slaan. In 1895 werd het bedrijf overgelaten aan de kinderen Sommereyns, Georges en Corneille, die het runden tot 1909.
Ondertussen was het bedrijf gemoderniseerd en omdat de exploitatie van natuurijs op zijn einde liep, werd in 1898 boven de ijskelder, in het huis een stoommachine geïnstalleerd om bronwater in ijs om te zetten.
In 1909 fuseerden de Glacières royales met de S.A. Anglo-belge tot de Glacières Anglo-belges et Royales réunies, waar vanaf dan het hoofdkantoor gevestigd is in de Barastraat 68-82 in Anderlecht.
De ijskelder in de J. Van Volsemstraat nr. 58 in Elsene werd gedegradeerd tot filiaal. In 1914 werd er geen melding meer van gemaakt en het jaar daarop werd het bedrijf overgenomen door Glacières de Bruxelles in Sint-Gillis.
Beschrijving van de kelder
Toegankelijk via de kelder van het huis, waarvan de meeste scheidingsmuren voorzien zijn van ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast..
Een ijskelder die de hele breedte van het perceel beslaat en dezelfde diepte van de woning omvat. Hij ligt ongeveer 10 m onder het straatniveau en heeft de vorm van een grote rechthoekige ruimte van 17,23 m lang, 6,71 m breed en 6,81 m hoog (interne afmetingen). Het wordt overdekt door een tongewelf ondersteund door twee dubbele bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden., het geheel gebouwd met bakstenen gevoegd met kalkmortel (afmetingen 18/18,5 x 8,5 x 4,5/5 cm). Huidige toegang in het gewelf (de oorspronkelijke toegangstrap werd afgekeurd).
Gebogen vloer om smeltwater af te voeren naar opvanggaten in de bakstenen vloer. De gemetselde voorraadbakken, bedekt met cement of beton, zijn bewaard.
Bronnen
Publicaties en studies
MODRIE,
S., Rapport de visite de la glacière
bâtie sous le bien rue Jean Van Volsem 58 à 1050 Ixelles, Directie
Cultureel Erfgoed-Urban, Brussel, 20.10.2022.
Tijdschriften
De Block, G., Knubben, S., «si glace… hier m’était contée», Subterranea Belgica, 27, 1992.
Delaby, E., «Les anciennes
glacières d’Ixelles», Mémoire
d’Ixelles, Bulletin du cercle
d’histoire locale d’Ixelles, 33, maart 1989.