Typologie(ën)
ijskelder
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1852
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
Onderzoek en redactie
2009-2011
id
Urban : 19933
Beschrijving
IJskelder met toegang in Jean Van Volsemstraat tussen nr. 62b en 64, 1852 (volgens DELABY, E., p. 23).
Geschiedenis
De ijskelder werd gebouwd i.o.v. slager Jean Pierre Craninckx en weduwe Jeanne Pêtre-Mulder. Het ijs werd voornamelijk voor het nabijgelegen slachthuis gebruikt. De ijskelder ligt net onder de kelders van Van Aastraat nr. 110 en 112, huizen die later werden gebouwd. Het ijs werd de kelder ingebracht via een keldervenster op Van Aastraat nr. 112. Naast een grote capaciteit aan ijsopslag, beschikte slager Craninckx er ook over een koelkamer.
Beschrijving
De ijskelder is enkel bereikbaar via een deur tussen Jean Van Volsemstraat nr. 62b en 64. Deze deur leidt naar een gang die zenithaal verlicht wordt door het daklicht. Vlak na enkele treden draait de gang loodrecht naar links om via een tweede trap uiteindelijk ter hoogte van de koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. in de ijskelder te komen. De bodem van de kelder wordt bereikt met een ladder.
De ijskelder bestaat uit een verticale bakstenen cilinder met binnenste diameter van 11 m en buitenste diameter van ongeveer 12 m. De muren zijn ongeveer 63 cm dik. De oppervlakte bedraagt 95 m². Kelder heeft centraal een hoogte van 9,25 m: een holle vloer met een diepte van ongeveer 40 cm, centrale ruimte van 6 m en een koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met een hoogte van 2,8 m.
Geschiedenis
De ijskelder werd gebouwd i.o.v. slager Jean Pierre Craninckx en weduwe Jeanne Pêtre-Mulder. Het ijs werd voornamelijk voor het nabijgelegen slachthuis gebruikt. De ijskelder ligt net onder de kelders van Van Aastraat nr. 110 en 112, huizen die later werden gebouwd. Het ijs werd de kelder ingebracht via een keldervenster op Van Aastraat nr. 112. Naast een grote capaciteit aan ijsopslag, beschikte slager Craninckx er ook over een koelkamer.
Beschrijving
De ijskelder is enkel bereikbaar via een deur tussen Jean Van Volsemstraat nr. 62b en 64. Deze deur leidt naar een gang die zenithaal verlicht wordt door het daklicht. Vlak na enkele treden draait de gang loodrecht naar links om via een tweede trap uiteindelijk ter hoogte van de koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. in de ijskelder te komen. De bodem van de kelder wordt bereikt met een ladder.
De ijskelder bestaat uit een verticale bakstenen cilinder met binnenste diameter van 11 m en buitenste diameter van ongeveer 12 m. De muren zijn ongeveer 63 cm dik. De oppervlakte bedraagt 95 m². Kelder heeft centraal een hoogte van 9,25 m: een holle vloer met een diepte van ongeveer 40 cm, centrale ruimte van 6 m en een koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met een hoogte van 2,8 m.
Bronnen
Publicaties en studies
Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles. Ixelles, AAM, Brussel, 1980-82, fiche 97.
Tijdschriften
DELABY, E., ‘Les anciennes glacières d’Ixelles’, Mémoire d’Ixelles, 33, 1989, pp. 5-56.