Typologie(ën)
herenhuis
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
Théodore MENTION – architect – 1910
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2006-2008
id
Urban : 18333
Beschrijving
Twee gebouwen op hetzelfde geknikt perceel, n.o.v. architect Théodore Mention, 1910; signatuur op benedenverdieping van Patriottenstraat. Herenhuis in Patriottenstraat en opbrengsthuis met handelsruimte op benedenverdieping in Notelaarsstraat, op kenmerkende wijze met elkaar verbonden door binnenplaats en trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht..
Brede bakstenen gevels met hardstenen elementen. IJzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met spiraalmotief.
Patriottenstraat nr. 94. Gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van vier bouwlagen, hoogste als attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . Benedenverdieping in witsteen. Verdiepingen in baksteen met hardstenen elementen. Op benedenverdieping muuropeningen onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. en archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.: koetspoort geflankeerd door klein vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., gevolgd door drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op verdiepingen rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., in toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., in hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. Onder vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op eerste verdieping van toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. beglaasde en getraliede borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., tussen gesculpteerde stijlen; in derde bouwlaag balkon. Op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder terras voor glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met tussenstijl. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). geritmeerd door drie bekroningen met palmettenVersiering in de vorm van een palmblad.. AttiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. met drieledige valse dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Mooie beglaasde smeedijzeren deur.
Notelaarsstraat nr. 183. Symmetrische gevel met vier bouwlagen, tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan centrale in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Benedenverdieping oorspronkelijk met toegangsdeur, handelspui en garagepoort. In tweede bouwlaag glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. en met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; centraal drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. In derde bouwlaag centrale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder terras; laterale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. rechthoekig, gescheiden van die van vierde bouwlaag door thans gewijzigd sgraffitopaneel. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van vierde bouwlaag onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. en met centraal drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Bovenste gedeelte van gevel oorspronkelijk geornamenteerd, thans bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen..
Interieur
De bijzondere grondplannen van beide gebouwen overlappen elkaar. Op de benedenverdieping van het herenhuis liggen vooraan een koetsdoorgang, een voorvertrek en een keuken. Achter het voorvertrek begint de eretrap. Deze leidt naar de ontvangstverdieping met een grote hal en eetkamer. Op die verdieping begint een nachttrap in de hoek van het geknikte perceel. Deze leidt niet alleen naar slaapkamers op de bovenste verdiepingen van het herenhuis, maar ook naar de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en eerste verdieping van het gebouw in de Notelaarsstraat. Op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. is alleen de rechtertravee toegankelijk vanuit het herenhuis; deze was bestemd voor een laboratorium en een werkkamer; in de twee linkertraveeën, toegankelijk vanaf de benedenverdieping van het opbrengsthuis, bevinden zich twee kamers. Op de eerste verdieping van het opbrengsthuis leidt de trap naar een keuken van een appartement dat de hele verdieping in beslagVerzameling van metalen elementen op een deur of raam. neemt, met een eetkamer en een slaapkamer. In de bovenste verdieping van het opbrengsthuis bevindt zich een tweede appartement met hetzelfde grondplan.
Brede bakstenen gevels met hardstenen elementen. IJzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met spiraalmotief.
Patriottenstraat nr. 94. Gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van vier bouwlagen, hoogste als attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . Benedenverdieping in witsteen. Verdiepingen in baksteen met hardstenen elementen. Op benedenverdieping muuropeningen onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. en archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.: koetspoort geflankeerd door klein vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., gevolgd door drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op verdiepingen rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., in toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., in hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. Onder vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op eerste verdieping van toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. beglaasde en getraliede borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., tussen gesculpteerde stijlen; in derde bouwlaag balkon. Op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder terras voor glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met tussenstijl. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). geritmeerd door drie bekroningen met palmettenVersiering in de vorm van een palmblad.. AttiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. met drieledige valse dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Mooie beglaasde smeedijzeren deur.
Notelaarsstraat nr. 183. Symmetrische gevel met vier bouwlagen, tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan centrale in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Benedenverdieping oorspronkelijk met toegangsdeur, handelspui en garagepoort. In tweede bouwlaag glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. en met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; centraal drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. In derde bouwlaag centrale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder terras; laterale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. rechthoekig, gescheiden van die van vierde bouwlaag door thans gewijzigd sgraffitopaneel. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van vierde bouwlaag onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. en met centraal drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Bovenste gedeelte van gevel oorspronkelijk geornamenteerd, thans bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen..
Interieur
De bijzondere grondplannen van beide gebouwen overlappen elkaar. Op de benedenverdieping van het herenhuis liggen vooraan een koetsdoorgang, een voorvertrek en een keuken. Achter het voorvertrek begint de eretrap. Deze leidt naar de ontvangstverdieping met een grote hal en eetkamer. Op die verdieping begint een nachttrap in de hoek van het geknikte perceel. Deze leidt niet alleen naar slaapkamers op de bovenste verdiepingen van het herenhuis, maar ook naar de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en eerste verdieping van het gebouw in de Notelaarsstraat. Op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. is alleen de rechtertravee toegankelijk vanuit het herenhuis; deze was bestemd voor een laboratorium en een werkkamer; in de twee linkertraveeën, toegankelijk vanaf de benedenverdieping van het opbrengsthuis, bevinden zich twee kamers. Op de eerste verdieping van het opbrengsthuis leidt de trap naar een keuken van een appartement dat de hele verdieping in beslagVerzameling van metalen elementen op een deur of raam. neemt, met een eetkamer en een slaapkamer. In de bovenste verdieping van het opbrengsthuis bevindt zich een tweede appartement met hetzelfde grondplan.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 212 (1910).
Opmerkelijke bomen in de nabijheid