Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
burgerwoning
bijgebouwen

Ontwerper(s)

Alexandre BONNYarchitect1875

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 1786
lees meer

Beschrijving

Ensemble bestaande uit groot hoofdgebouw in eclectische stijl met neorenaissance-elementen en klein bijgebouw, gescheiden door tuin aan straatkant afgesloten met muur, n.o.v. arch. Alexandre Bonny, 1875.

Faiderstraat nr. 1a-1b en Charleroisesteenweg nr. 88. Groot gebouw met asymmetrische gevel. Drie bouwlagen in Faiderstraat. Zes ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); in Charleroisesteenweg twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Verbouwd tot opbrengsthuis met winkelpui aan Charleroisesteenweg, n.o.v. arch. Victor Rubbers, 1935.
Bepleisterde gevel; op benedenverdieping met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.; op verdiepingen met gebosseerde ringen. Hoge rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt.; op benedenverdieping met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; op verdiepingen met balustradesHekwerk van spijlen of balusters.. In hoogste bouwlaag venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. bekroond met sterk uitspringend gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in Faiderstraat breder en in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.; deur onder hoog impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. en op de verdiepingen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met balkon, telkens geflankeerd door smalle zijvensters. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met enkele kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van latere datum en gekorniste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op dubbele consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. In linkerzijgevel tegenover tuin ontsierd door toevoeging van terrassen (1935). Mooie inrijpoort in tuinmuur verdwenen in 1958.

Faiderstraat 1a-1b, 1c en Charleroisesteenweg 88, vml. stallen (foto 1999).

Faiderstraat nr. 1c. L-vormig gebouw, loodrecht op straat; vroeger stallingen. Twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.; aan straatzijde gevel met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); aan tuinzijde laterale gevel met zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) Hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met krachtig geprofileerde bekroning met grote diamankopsleutel. Vitrine aan straatzijde (1922). DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., vanaf 1880 voorzien van katrolstang. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 2693 (1875), 6824 (1880), 217 (1922), 169 (1935), 12 (1958).