Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Benjamin DE LESTRÉ DE FABRIBECKERSarchitect1911

Hilde DAEMarchitect1990

Paul ROBBERECHTarchitect1990

Marie-José VAN HEEarchitect1990

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl
hedendaagse architectuur

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005-2007

id

Urban : 16993
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., resulterend uit verbouwing in 1911 door arch. De Lestrée de Fabribeckers van huis in neoclassicistische stijl met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van eind 19e eeuw.

Drie bouwlagen en vier ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op benedenverdieping. Op bredere toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. gebogen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op geornamenteerde lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker.; bekroond met terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In tweede bouwlaag balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., in derde bouwlaag vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. en traliewerk van recente datum. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met bijzonder decoratieve sleutels. Smeedijzeren deur en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling bewaard.

Het huis werd in 1990 door de architecten Hilde Daem, Paul Robberecht en José Van Hee grondig verbouwd tot galerie en appartement: attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  toegevoegd; kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vervangen; grondige verbouwing van het interieur; nieuwe achtergevel in hedendaagse stijl.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 268-8.

Publicaties en studies
ARON, J., BURNIAT, P., et al., L'architecture contemporaine en Belgique: guide, éd. de l'octogone, Brussel, 1996, p. 142.
VAN HEE, J., Ontwerpen 1977-1993, de Singel, Antwerpen, 1993.