Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Eugène ROCHERarchitect1905

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005-2006

id

Urban : 16230
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., gesigneerd en gedateerd “Eug(ène). Rocher / arch. 1905”.

Vier bouwlagen onder attiekmuurMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. voor plat dak. Gevel in verschillende soorten witsteen. In eerste bouwlaag twee muuropeningen onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.; opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. eiken koetspoort. In twee middelste bouwlaag gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. volgens verkleinende ordonnantie op imposante consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. waarin lantaarn1. Bovenste, opengewerkte bekroning van een dakkoepel of toren; schrijlings op nok van een dak gelegen wordt het dakruiter genoemd. - 2. Lichtbron met glazen ruiten. verwerkt is; in tweede bouwlaag geflankeerd door panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. en in derde bouwlaag geritmeerd door gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd.. In vierde bouwlaag erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door klein terras met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. naar oorspronkelijk model vervangen.

Interieur. Twee trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.; centrale hoofdtrap onder daklicht. Op achterkant van perceel garage (1911), vergroot in 1922.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 23389 (1905, 1911), 28856 (1922).