Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Ernest BLEROTarchitect1901-1902

Ernest BLEROTarchitect1903-1904

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Zuid (Apeb - 2005-2008)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2005-2006

id

Urban : 16272
lees meer

Beschrijving

Ensemble van twee burgerwoningen in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. met oorspronkelijk slechts drie bouwlagen n.o.v. arch. Ernest Blerot, respectievelijk van 1901-1902 en 1903-1904 (signatuur en jaartal op nr. 22).
Tot ensemble behoorde derde huis in Dalstraat nr. 33, maar gesloopt. Twee resterende huizen verbouwd tot appartementsgebouwen n.o.v. arch. G. Quertainmont, 1934; hiervoor met twee bouwlagen verhoogd in modernistische stijl en inrichting garage op nr. 31.

Dalstraat 33 en 31 (gesloopt), gevelopstanden, SAB/OW 23385 (1903-1904).

Gevels in witte baksteen met hardstenen of, in twee hoogste bouwlagen, bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen. In drie onderste bouwlagen oorspronkelijke elementen bewaard: schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met gebogen tussendorpelsStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en japoniserende roedeverdeling; hekwerk van souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping.; smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; sommige hardstenen paaltjes in voortuin; ook oorspronkelijke kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met hoge modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. werd gerecupereerd.

Nr. 31 Dalstraat. Zes bouwlagen, tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Vier hoogste bouwlagen in vorm van gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op twee consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. In eerste bouwlaag en op tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. hardstenen omlijstingen met hoekblokken. Deur vervangen. Garagepoort (1954).

Vilain XIIII-straat 22, gevelopstand in Dalstraat, SAB/OW 24438 (1901-1902).

Nr. 22 Vilain XIIII-straat. Hoekpand met in Dalstraat drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); eerste breder en met op benedenverdieping grotendeels houten voorbouw onder drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. naar terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., in volgende bouwlagen halfrond gestapeld volume. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met op benedenverdieping pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. tussen driehoekig uitspringende venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en onder balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In Vilain XIIII-straat gevel met onregelmatig aangebrachte getoogde of rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., soms met dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind.; eiken deur onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met zware archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. in zweepslagstijl.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 24438 (1901-1902), 23385 (1903-1904), 44464 (1934), 63969 (1954).