Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Émile JANLETarchitect1900-1901

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005-2006

id

Urban : 16234
lees meer

Beschrijving

Twee huizen in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie., n.o.v. arch. Emile Janlet voor verschillende opdrachtgevers, resp. 1901 en 1900. Voortuinen gewijzigd en oorspronkelijk hekwerk verdwenen.

Nr. 48. Vijf bouwlagen, hoogste als attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. , van ongelijke hoogte en recentelijk toegevoegde inspringende dakverdieping Oorspronkelijk plat dak. Bakstenen gevel met hardstenen elementen. Benedenverdieping in hardsteen met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).; brede opengewerkte deur en getralied tweelicht onder doorlopende  I-balkIJzeren latei met I-profiel.. In middelste bouwlagen drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., dat van derde bouwlaag uitgewerkt als pseudo-serliana met gebeeldhouwd boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). en balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Hoogste bouwlaag minder hoog en met vierlicht. Verdiepingen geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., ter hoogte van dak bekroond door een hek tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering..

Nr. 50. Drie bouwlagen en attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  onder dak; twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bakstenen gevel met belijnende banden in gele baksteen en hardstenen elementen. Gevel gewijzigd: garage (1949); in tweede bouwlaag erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. ter vervanging van overdekt balkon (1923) en toevoeging van dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Verhoogde benedenverdieping overwoekerd door blauweregen, waarachter loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes schuilgaat. Deur onder groot impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., sommige met boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Bronnen

Archieven
SAB/OW 48: 23404 (1901); 50: 23405 (1900), 29915 (1923), 60438 (1949).

Publicaties en studies
DECLERCQ, P., DE WIT, A., VAN LOOCK, J., Émile Janlet (1839-1918). Monografie over een negentiende-eeuwse architekt, verhandeling tot het verkrijgen van de graad van architekt, Sint-Lukas, Bruxelles, 1984, p.128.