Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

René LAMURYarchitect1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 15470
lees meer

Beschrijving

Lijstgevel in (simili)natuursteen op arduinen plint. Vier bouwlagen en drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Getoogde muuropeningen op begane grond ,links vleugeldeur met traliewerk onder gesculpteerde cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., rechts twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. waarvan het laatste in verdiepte omlijsting. Eerste verdieping gedomineerd door brede bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. op twee bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. waarin drie rondboogvormige deurvensters tussen Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die breed entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. schragen ; ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op tweede verdieping drie getoogde muuropeningen in platte omlijsting met bewerkte sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., centraal deurvenster, doorlopend  balkon dat op bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. rust met smeedijzeren leuning. Drie getoogde deurvensters met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op laatste verdieping ; platte omlijstingen met voluutsleutels. Geriemde architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden.. Naakte friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…).. Stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst en modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Drie rondboogvormige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. in mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken..

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 270 (1911).