Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Louis BERDENarchitect1907

INCONNU - ONBEKEND1879

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 15079
lees meer

Beschrijving

Eclectisch pand ,1879.
Oorspronkelijk met twee bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. en portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. in zijgevel, bereikbaar via hek in omheiningsmuur rechts. Uitbreiding (rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met drie bouwlagen) n.o.v. arch. Louis BERDEN, 1907. Verhoging linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) n.o.v. arch. Paul EENENS, 1961.

Gecementeerde en beschilderde gevel met drie in de hoogte afnemende bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. gedeeltelijk gebosseerd, op arduinen plint met kelderopeningen. Linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gevat tussen monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. met eierlijstenOrnament; bolle lijst waarin afwisselend eivormige en pijlachtige figuren zijn uitgesneden of gehouwen.. Rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen gestapelde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en bekroond door frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Op begane grond licht getoogde muuropeningen op doorlopende  lekdrempels ,inrijpoort. Op eerste verdieping breed en hoog rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder panelenfries, tot 1961 met pilastervormende tussenstijl; balkon op zware bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met ijzeren leuning. ErkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op de tweede verdieping twee vierkante venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., dat van links oorspronkelijk dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is., rechts bolkozijn met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief..

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 65437/106 (1879), 2601 (1907), Inschr. Reg. 1222 (1961).