Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1881-1883

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14751
lees meer

Beschrijving

Ensemble van elf neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. enkelhuizen volgens repeterend schema waarvoor bouwaanvragen tussen 1881 en 1883.

Telkens twee bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (Nr. 31 met drie bouwlagen en licht afwijkende decoratie) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevels, soms met hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). in de eerste bouwlaag (cfr Nr. 15 en 25). Begane grond met blauwe hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en getralied souterrainvenster, waarboven rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. ; in de tweede bouwlaag deurvenster met balkon op voluutconsoles en ijzeren leuning. Typische deurtravee met houten paneeldeur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in de tweede bouwlaag ; muuropeningen op de verd. in geriemde omlijsting en fraaie sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en tandlijst. 
Op Nr. 31 werd in 1951 het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. tot garage verbouwd.

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 79332, 79375 (1881), 84856, 86793, 87566 (1882), 59759 (1883), 7572 (1897), 2336 (1951).