Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Stijlen

Laat-eclecticisme

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 29453
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning in laat-eclectische stijl, 1928.

Asymmetrische gevel met twee bouwlagen onder mansarde. Oranjekleurige bakstenen gevel met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen op hardstenen plint. Brede hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met op benedenverdieping bow-windowachtig drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. tussen kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en op verdieping trapezoïdaal erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras met smeedijzeren borstwering tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. voor centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. van drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in mansarde. In toegangstravee venster in nis met trapvormige bovendorpel. Kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Grotendeels bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met geelgekleurd glas in bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..

Bronnen

Archieven
GAV/DS 9671 (1928).