Typologie(ën)

driegevelvilla

Ontwerper(s)

Philippe LABARREaannemer1914

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 36798
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee analoge halfopen villa’s in eclectische stijl, aannemer Philippe Labarre, 1914.

Dit geheel vormt het einde van een homogene huizenrij die begint op nr. 6.

Opstanden van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., verlicht door verscheidene dakkapellen. Gevels in witgetinte baksteen, overvloedig versierd met elementen in witsteen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met stenen kruiskozijn. Aan de straatkant, deuren onder luifel achter een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard.

De villa’s worden van elkaar gescheiden door een tuin waarop hun zijgevels uitgeven.

Op nr.20, aan de square, hoofdgevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste als toegangstravee, de twee overige achter een trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over de hele hoogte vanaf de begane grond (“cour anglaise“), bekroond door een terras. L-vormige zijgevel met twee hoge schoorstenen, met langs een deel ervan een bijgebouw van één bouwlaag, van latere datum.

Op nr.22, aan de square, hoofdgevel van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste achter een trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over de hele hoogte (“cour anglaise”), bekroond door een terras. Toegangsdeur op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Twee hoge schoorstenen op de zijgevel, en een trapezoïdale bow-window op de benedenverdieping, aan de hoek.

Achteruitbouwstrook afgesloten door een ijzeren hekken op hardstenen plint, bewaard.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 6555 (1914); 22: 7058 (1920), 22049 (1996-1997), 24668 (2010-2011).