Typologie(ën)
driegevelvilla
Ontwerper(s)
Jean DE LIGNE – architect – 1933
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Modernisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 22195
Beschrijving
Modernistische villa in halfopen bebouwing, n.o.v. architect Jean De Ligne, 1933.
Gevels bekleed met rotsbepleistering. Drie bouwlagen onder plat dak, de laatste toegevoegd in 1936 door dezelfde architect, terugwijkend achter een dakterras. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., sommige als vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Platte kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., nu bekleed met pvc.
Op de voorgevel, uitspringend linkerdeel met niet uitgelijnde muuropeningen: een garagepoort en een terugwijkende toegangsportiek onder tongewelf, achter een bakstenen trap met metalen buisreling. Twee ongelijke venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste verdieping. Op de tweede, uitspringend deel met gebogen vlak links en recht vlak rechts, voorzien van een deur. Rechterdeel op de benedenverdieping voorzien van een grote muuropening gemaakt door de architect in 1935. Op de hoek, uitspringende verdieping met doorlopend vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de zijgevel, kleine voorbouw van één bouwlaag. Op de achtergevel, brede glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en deur geflankeerd door een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping; twee ongelijke venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste verdieping, drie op de tweede.
In 1990 werd een klein volume toegevoegd als badkamer, links van de laatste bouwlaag.
Opengewerkte toegangsdeur, garagepoort en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met metalen roedeverdeling met bewaard horizontaal motief. Afsluiting van het tuintje en het terras met metalen buizen.
Gevels bekleed met rotsbepleistering. Drie bouwlagen onder plat dak, de laatste toegevoegd in 1936 door dezelfde architect, terugwijkend achter een dakterras. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., sommige als vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Platte kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., nu bekleed met pvc.
Op de voorgevel, uitspringend linkerdeel met niet uitgelijnde muuropeningen: een garagepoort en een terugwijkende toegangsportiek onder tongewelf, achter een bakstenen trap met metalen buisreling. Twee ongelijke venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste verdieping. Op de tweede, uitspringend deel met gebogen vlak links en recht vlak rechts, voorzien van een deur. Rechterdeel op de benedenverdieping voorzien van een grote muuropening gemaakt door de architect in 1935. Op de hoek, uitspringende verdieping met doorlopend vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de zijgevel, kleine voorbouw van één bouwlaag. Op de achtergevel, brede glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en deur geflankeerd door een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping; twee ongelijke venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste verdieping, drie op de tweede.
In 1990 werd een klein volume toegevoegd als badkamer, links van de laatste bouwlaag.
Opengewerkte toegangsdeur, garagepoort en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met metalen roedeverdeling met bewaard horizontaal motief. Afsluiting van het tuintje en het terras met metalen buizen.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 131-2a.