Typologie(ën)

appartementsgebouw
historische lift

Ontwerper(s)

Camille DAMMANarchitect1924

SOCIETE BELGE IMMOBILIEREbouwpromotor / vastgoedontwikkelaar1924

H. CAKELBERGHaannemer1924

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 29039
lees meer

Beschrijving

Op de hoek met de Onderlinge Bijstandstraat, appartementsgebouw in Beaux-Artsstijl, ontworpen voor de Société Belge Immobilière door architect Camille Damman, 1924.

Opstand van zeven bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. verlicht door talrijke oeils-de-boeuf. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van witsteen; de eerste twee bouwlagen bepleisterd met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., met doorlopende  bossages, de verdiepingen in baksteen, overvloedig versierd met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Rechthoekige of rondbogige muuropeningen, sommige achter een Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., andere achter een gebogen balkon met stenen balustersVaasvormige spijl van een borstwering..

Hoofdgevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op de benedenverdieping van de vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), brede smeedijzeren deur gevat in een imposante toegang van halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. onder een fronton doorbroken door de balustradeHekwerk van spijlen of balusters. van een balkon. Vanaf de tweede verdieping, tweede en vijfde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) achter een trapezoïdale gestapelde erker bekroond door een terras met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Deze erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. worden ter hoogte van de tweede en vierde verdieping verenigd door een doorlopend  terras afgesloten door een stenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters..

Aan de Onderlinge Bijstandstraat, zijgevel van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste behandeld als gewelfde gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., van de eerste tot de vierde verdieping, bekroond door een terras afgesloten door een balustradeHekwerk van spijlen of balusters..

Schrijnwerk bewaard.

Interieur. Twee appartementen per bouwlaag: salon, eetkamer en een of twee kamers vooraan; keuken, badkamer en een of twee kamers achteraan. In de zolderRuimte onder het dak. bevinden zich dienstbodenkamers. Trappenhuis en lift in het midden van het gebouw.

Aan het plein, achteruitbouwstrook afgesloten door traliewerk tussen brede stenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).


Bronnen

Archieven
GAV/DS 8185 (1924), 9072 (1926), 9393 (1927).