Typologie(ën)
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Armand DE SAULNIER – architect – 1935-1938
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 29018
Beschrijving
Geheel
van vrijwel drie identieke appartementsgebouwen in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. gebouwd i.o.v. Alexandre Bertrand consorts n.o.v.
architect Armand de Saulnier, 1935.
Dezelfde opdrachtgever en architect tekenden eveneens voor het geheel aan appartementen op nr. 60, 62, 64 uit 1935 en nr. 88-90 uit 1938 (zie deze nummers).
Bakstenen gevels van zes bouwlagen met horizontaal benadrukte bepleisterde zones, volgens repeterend schema opgebouwd tot een uniform geheel. Benedenverdieping volledig bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op hardstenen plint waarin deuren, puien en inrijpoort. Middelste verdiepingen met centrale erker waarlangs afgeronde terrassen met buisreling op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., bekroond in hoogste bouwlaag met doorlopend terras. Gemeenschappelijke en sterk uitkragende kroonlijst. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen, gedeeltelijk naar oorspronkelijk model.
Interieur. Plan voorziet winkels op benedenverdieping. Twee deuren leiden telkens naar steektrap en lift die drie appartementen per niveau bediend. Inrijpoort naar gemeenschappelijke tuin.
Nr. 88-90 Appartementsgebouw in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. gebouwd i.o.v. Alexandre Bertrand consorts n.o.v. architect Armand de Saulnier, 1938.
Terug in de straat werd in 1935 een geheel van gelijkaardige appartementsgebouwen op nr. 64, 66 en 68 gebouwd i.o.v. zelfde opdrachtgever en n.o.v. zelfde architect (zie deze nummers).
Bakstenen gevel van zes bouwlagen met horizontaal bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. zones op hardstenen plint. Benedenverdieping met centrale toegang, volledig bepleisterd en met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Rechthoekige muuropeningen. Gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op verdiepingen tussen twee kleine terrassen met buisreling, gescheiden door T-vormige pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen naar oorspronkelijk model.
Plan voorziet winkel en bureau op benedenverdieping. Centrale hal leidt tot bordestrap en lift die twee appartementen per verdieping bediend.
Dezelfde opdrachtgever en architect tekenden eveneens voor het geheel aan appartementen op nr. 60, 62, 64 uit 1935 en nr. 88-90 uit 1938 (zie deze nummers).
Bakstenen gevels van zes bouwlagen met horizontaal benadrukte bepleisterde zones, volgens repeterend schema opgebouwd tot een uniform geheel. Benedenverdieping volledig bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op hardstenen plint waarin deuren, puien en inrijpoort. Middelste verdiepingen met centrale erker waarlangs afgeronde terrassen met buisreling op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., bekroond in hoogste bouwlaag met doorlopend terras. Gemeenschappelijke en sterk uitkragende kroonlijst. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen, gedeeltelijk naar oorspronkelijk model.
Interieur. Plan voorziet winkels op benedenverdieping. Twee deuren leiden telkens naar steektrap en lift die drie appartementen per niveau bediend. Inrijpoort naar gemeenschappelijke tuin.
Nr. 88-90 Appartementsgebouw in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. gebouwd i.o.v. Alexandre Bertrand consorts n.o.v. architect Armand de Saulnier, 1938.
Terug in de straat werd in 1935 een geheel van gelijkaardige appartementsgebouwen op nr. 64, 66 en 68 gebouwd i.o.v. zelfde opdrachtgever en n.o.v. zelfde architect (zie deze nummers).
Bakstenen gevel van zes bouwlagen met horizontaal bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. zones op hardstenen plint. Benedenverdieping met centrale toegang, volledig bepleisterd en met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Rechthoekige muuropeningen. Gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op verdiepingen tussen twee kleine terrassen met buisreling, gescheiden door T-vormige pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen naar oorspronkelijk model.
Plan voorziet winkel en bureau op benedenverdieping. Centrale hal leidt tot bordestrap en lift die twee appartementen per verdieping bediend.
Bronnen
Archieven
GAV/DS 82-84, 12602 (1935), 24150 (2011), 24652 (2011), 86, 12687 (1935), 98-90, 13603 (1938).