Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1881
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoclassicisme
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2008
id
Urban : 22471
Beschrijving
Gebouw in neoclassicistische stijl, 1881. Twee bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Achteraan dwarsvleugel. Oorspronkelijk herbergde dit volume drie dorpswoningen waaronder een boerderij met bijgebouwen, een herberg en een winkel.
Begin 20e eeuw was hier een handel in steenkool en paardentuig gevestigd. De verdieping werd tot 1929 gebruikt als dans- en toneelzaal ‘Klein Woluwe'. In 1930 stond op de voorgevel van de herberg de inscriptie ‘Aux deux villages / Tenu par G. Vanderzypen'. Vanaf de bouw tot in 1999 bleef het huis eigendom van dezelfde familie Vanderzypen.
Vanaf 1930 onderging het gebouw diverse verbouwingen: wijziging van de muuropeningen van de benedenverdieping zodat ze nu verspringen t.o.v. die van de verdieping; de danszaal werd gesloten en in kleinere ruimten verdeeld. Het linkergedeelte van het gebouw (nr. 117) werd verbouwd tot woning. In 1936 werd het rechtergedeelte verdeeld in twee woningen (met toevoeging van deur in vierde travee).
In 2000 werd het geheel verbouwd naar plannen van architect Antoine de Radiguès: muuropeningen op benedenverdieping terug gealigneerd met die van verdieping; in oorspronkelijke schikking van rechtervensters terug hersteld; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... en luiken gereconstrueerd op basis van een foto uit 1930 van de voormalige herberg; gerecupereerde schouw waarschijnlijk uit de 18e eeuw. Een groot deel van het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... in de achtergevel is bewaard. De rest werd hersteld naar oorspronkelijk model. De achtergevel kreeg ook nieuwe dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en in de oorspronkelijk blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. van de dwarsvleugel werden nieuwe venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. aangebracht.
Begin 20e eeuw was hier een handel in steenkool en paardentuig gevestigd. De verdieping werd tot 1929 gebruikt als dans- en toneelzaal ‘Klein Woluwe'. In 1930 stond op de voorgevel van de herberg de inscriptie ‘Aux deux villages / Tenu par G. Vanderzypen'. Vanaf de bouw tot in 1999 bleef het huis eigendom van dezelfde familie Vanderzypen.
Vanaf 1930 onderging het gebouw diverse verbouwingen: wijziging van de muuropeningen van de benedenverdieping zodat ze nu verspringen t.o.v. die van de verdieping; de danszaal werd gesloten en in kleinere ruimten verdeeld. Het linkergedeelte van het gebouw (nr. 117) werd verbouwd tot woning. In 1936 werd het rechtergedeelte verdeeld in twee woningen (met toevoeging van deur in vierde travee).
In 2000 werd het geheel verbouwd naar plannen van architect Antoine de Radiguès: muuropeningen op benedenverdieping terug gealigneerd met die van verdieping; in oorspronkelijke schikking van rechtervensters terug hersteld; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... en luiken gereconstrueerd op basis van een foto uit 1930 van de voormalige herberg; gerecupereerde schouw waarschijnlijk uit de 18e eeuw. Een groot deel van het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... in de achtergevel is bewaard. De rest werd hersteld naar oorspronkelijk model. De achtergevel kreeg ook nieuwe dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en in de oorspronkelijk blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. van de dwarsvleugel werden nieuwe venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. aangebracht.
Bronnen
Archieven
GASPW/DS 5 (1930), 390 (1936), 64 (2000).
GASPW/DS 5 (1930), 390 (1936), 64 (2000).