Typologie(ën)

herenhuis
opslagplaats/loods

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1850-1860

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20572
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in neoclassicistische stijl, ontworpen vóór 1860.

Halfopen gebouw van drie bouwlagen, naast ommuurde tuin. In 1905 voorzag architect Franz Bouwens de zijgevel van een poortgebouw en bouwde hij tegen de achtergevel – in het verlangde van het gebouw – een grote aanbouw van drie bouwlagen als opslagplaats.

Drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de voorgevel, met toegang op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste verdieping en in het midden op de tweede verdieping geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., op de eerste verdieping onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Rechts, deur die oorspronkelijk op een koetsdoorgang uitgaf.
Op de zijgevel, drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste twee achter de oude doorgang, bekroond door een terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., de derde als voorbouw over drie bouwlagen. Eerste en laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) blindZonder opening; blind venster, schijnopening. op de verdiepingen. Inrijpoort bewaard. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.

Lang achtergebouw met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel in eclectische stijl en een voorbouw bekroond door een terras. Ingang onder gewelfde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster..

Bepleisterde omheiningsmuur, later voorzien van een grote inrijpoort.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 233-16.