Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

G. RIBAUCOURTarchitect1923

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005

id

Urban : 17322
lees meer

Beschrijving

Huis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. van drie bouwlagen, n.o.v. arch. G. Ribaucourt, 1923.

Bakstenen gevel. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in hardstenen breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in witstenen omlijsting met hoekkettingAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. en bewerkte sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Opengewerkte smeedijzeren deur, geflankeerd door breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.; allebei met in- en uitzwenkende boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en koofvormige geprofileerde omlijsting. Twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdieping. In tweede bouwlaag glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met accoladeboogBoog bestaande uit twee in- en uitzwenkende boogdelen die bij hun snijding een spits vormen. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.; halfrond balkon op bewerkte lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. met rocaille1. Schelp- of rotsachtig, asymetrisch ornament, waaraan rococo haar naam dankt. - 2. Tuinfolies of rotsachtige tuinconstructies. en smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. In derde bouwlaag korfboogvensters. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met in- en uitzwenkende roedeverdeling.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 419 (1923).