Typologie(ën)

driegevelvilla

Ontwerper(s)

A. LE MARCHANDarchitect1922

G. RIBAUCOURTarchitect1922

Stijlen

Traditionalisme

Onderzoek en redactie

2005

id

Urban : 17324
lees meer

Beschrijving

Dubbele villa vlg. spiegelbeeldschema, met elementen van Engelse cottagestijl, n.o.v. arch. A. Le Marchand en G. Ribaucourt, 1922.

Eén volume van twee bouwlagen onder overstekend schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. en inspringend t.o.v. de rooilijn. Benedenverdieping in gevlamde baksteen en verdieping bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met stuifkalk.

Gevel aan straatzijde met deuren in terugwijkende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. In zijtraveeën van benedenverdieping boogvormige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met houten kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld.. Op verdieping lateraal vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. en twee centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., waaronder pseudo-vakwerk van planken en achthoekige panelen. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met kruisvormige roedeverdeling.
Voortuin met omheining bestaande uit muurtje en pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) in gevlamde baksteen, bekroond met hardstenen bol, en smeedijzeren hekwerk.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 258 (1922).