Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2004

id

Urban : 17325
lees meer

Beschrijving

Ensemble van drie huizen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, i.o.v. Louis Gribaumont, 1902. Twee andere ensembles van drie huizen werden vlg. zelfde bouwvergunning opgetrokken - nr 3, 5 en 7 in dezelfde laan en drie huizen op hoek van Tervurenlaan – waarvan enkel nog nr 7 bestaat, weliswaar op benedenverdieping verbouwd. Elk ensemble was gelijkaardige in opzet met analoge huizen; centrale topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met uitspringend jukStijl van een kapspant die schuinstaand (krom of recht) de krachten naar een onderliggend(e) constructie(deel) overbrengt.; laterale huizen met torentje.

Nr 15, 17 en 19. Telkens drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) achter gemeenschappelijke symmetrische bakstenen gevel, met lagen witte baksteen. Aan weerszijden van gevel laterale risaliterendeRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en verspringende toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., bekroond door tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. onder paviljoendakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak., op nr 19 verdwenen. Twee gelijkvormige centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder licht uitstekende puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., vroeger met uitspringend jukStijl van een kapspant die schuinstaand (krom of recht) de krachten naar een onderliggend(e) constructie(deel) overbrengt.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. grotendeels steekboogvormig met hardstenen elementen. SmeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vervangen.

Centraal huis met doorlopend  balkon. In hoogste bouwlaag oorspronkelijk drie smalle gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; de twee rechts tot één enkel vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. samengevoegd.

Souterrain van nr 19 voorzien van vitrine (1960).

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 87 (1902), 27 (1960), 56 (1979).