Typologie(ën)
hotel
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1840-1860
INCONNU - ONBEKEND – 1928
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoclassicisme
Art deco
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Joost-ten-Node (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 15665
Beschrijving
Voormalig "Hôtel de Cologne", een neoclassicistisch geïnspireerd pand met drie en een halve bouwlaag en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Huidige benaming vanaf 1906, vergroot aan de rechterzijde in 1910 door toevoeging van het belendend pand en rond 1920 door aanhechting van een aantal pande in de Vooruitgangstraat (Nr. 9, 11 en 13). Het geheel vormt een L-plan.
Het restaurant "Automatique" bevindt zich in de Vooruitgangstraat. Grondige verbouwing en hernieuwing van de gevel in de Kruisvaartenstraat in 1928 i.o.v. de "Société d'Alimentation automatique". Bezet door het Duitse leger tijdens WO II en bij de bevrijding door de Engelse en Amerikaanse troepen. Deze brachten een aantal veranderingen aan, nog duidelijk zichtbaar op de benedenverdieping en de eerste verdieping. Het hotel droeg op dat ogenblik de naam "Rainbow Corner". Herstelwerkzaamheden aan de zalen en een deel van de hotelkamers in 1946.
Sluiting van het hotel en het restaurant in de Vooruitgangstraat in 1959. Vanaf 1988 geleidelijke renovatie van de hotelkamers en vervanging van hun oud meubilair.
Heden vijf bouwlagen + entresol + twee attiekverdiepingenVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. waarvan één in de voorkant van het leien dak en één terugwijkende verdieping. GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevel in art-decostijl. Op begane grond, brede centrale rondbogige ingang tussen twee gemoderniseerde winkelpuien waarboven entresolverdieping. In tweede bouwlaag vijf muuropeningen onder licht gebogen latei. Op overige verdiepingen centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) ingeschreven in doorlopend rechthoekig veld; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. respectievelijk voorzien van een balkon op typische consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in metselwerk en klein balkon met ijzeren leuning. In zijtraveeën trapeziumvormige gestapelde bow-windowsErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. op centrale consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met typische decoratie; rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gevat in doorlopende velden met ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. versierd met een geometrisch motief. Ter hoogte van attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. bekrondende balkons met gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. leuning voor tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. onder gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met gestrekte uiteinden in witte similisteen. Gelijkaardig dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. boven centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Laatste attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. met rechthoekige muuropeningen en doorlopend balkon met ijzeren leuning en postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering..
Interieur: begane grond met wintertuin onder glazen dak geschraagd door gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen, een eerste maal gemoderniseerd in 1928. Na WO II liet het Amerikaans leger dat toen het hotel bezette, de inkom, ontbijtzaal en restaurantzaal herinrichten. Deze ruimtes hebben hun stijl en een groot deel van het toenmalige meubilair behouden. In de inkom, op de boogzwikken van de oude wintertuin geschilderde emblemen van de Amerikaanse regimenten, heden overschilderd. In de voormalige eetzaal, muurschildering van een soldaat waarop twee vrouwelijke figuren en een voorstelling van de land-, lucht- en zeemacht.
Huidige benaming vanaf 1906, vergroot aan de rechterzijde in 1910 door toevoeging van het belendend pand en rond 1920 door aanhechting van een aantal pande in de Vooruitgangstraat (Nr. 9, 11 en 13). Het geheel vormt een L-plan.
Het restaurant "Automatique" bevindt zich in de Vooruitgangstraat. Grondige verbouwing en hernieuwing van de gevel in de Kruisvaartenstraat in 1928 i.o.v. de "Société d'Alimentation automatique". Bezet door het Duitse leger tijdens WO II en bij de bevrijding door de Engelse en Amerikaanse troepen. Deze brachten een aantal veranderingen aan, nog duidelijk zichtbaar op de benedenverdieping en de eerste verdieping. Het hotel droeg op dat ogenblik de naam "Rainbow Corner". Herstelwerkzaamheden aan de zalen en een deel van de hotelkamers in 1946.
Sluiting van het hotel en het restaurant in de Vooruitgangstraat in 1959. Vanaf 1988 geleidelijke renovatie van de hotelkamers en vervanging van hun oud meubilair.
Heden vijf bouwlagen + entresol + twee attiekverdiepingenVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. waarvan één in de voorkant van het leien dak en één terugwijkende verdieping. GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevel in art-decostijl. Op begane grond, brede centrale rondbogige ingang tussen twee gemoderniseerde winkelpuien waarboven entresolverdieping. In tweede bouwlaag vijf muuropeningen onder licht gebogen latei. Op overige verdiepingen centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) ingeschreven in doorlopend rechthoekig veld; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. respectievelijk voorzien van een balkon op typische consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in metselwerk en klein balkon met ijzeren leuning. In zijtraveeën trapeziumvormige gestapelde bow-windowsErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. op centrale consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met typische decoratie; rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gevat in doorlopende velden met ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. versierd met een geometrisch motief. Ter hoogte van attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. bekrondende balkons met gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. leuning voor tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. onder gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met gestrekte uiteinden in witte similisteen. Gelijkaardig dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. boven centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Laatste attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. met rechthoekige muuropeningen en doorlopend balkon met ijzeren leuning en postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering..
Interieur: begane grond met wintertuin onder glazen dak geschraagd door gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen, een eerste maal gemoderniseerd in 1928. Na WO II liet het Amerikaans leger dat toen het hotel bezette, de inkom, ontbijtzaal en restaurantzaal herinrichten. Deze ruimtes hebben hun stijl en een groot deel van het toenmalige meubilair behouden. In de inkom, op de boogzwikken van de oude wintertuin geschilderde emblemen van de Amerikaanse regimenten, heden overschilderd. In de voormalige eetzaal, muurschildering van een soldaat waarop twee vrouwelijke figuren en een voorstelling van de land-, lucht- en zeemacht.
Bronnen
Archieven
GASJ/DS/OW 8041 (1910), 8211 (1911), 10824 (1928), 14064 (1946).
GASJ/DS/OW 8041 (1910), 8211 (1911), 10824 (1928), 14064 (1946).