Typologie(ën)

opbrengsthuis
historische lift

Ontwerper(s)

Léon JANLETarchitect1913

Juridisch statuut

Beschermd sinds 14 juli 1994

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 6110
lees meer

Beschrijving

Luxueus appartementsgebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. van 1913, gesigneerd “Léon Janlet architecte”.

Zes bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Symmetrische en bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel in simili-natuursteen op hardstenen sokkel die helling van het terrein corrigeert, bekroond door rondboogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met jaartal “1913” tussen attiekbalustrade. Twee eerste bouwlagen in bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Muuropeningen rechthoekige rondboog- of korfboogvormig. Centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met karakteriserende metalen deur in portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). met schuine dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind., onder gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Flankerende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met gebogen balkons met smeedijzeren leuningen. Uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en balkon in vijfde bouwlaag.
Typische Beaux-Arts decoratie in vorm van guirlandes, stamperlinten en cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. op muurdammen, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en sleutels; gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..

Interieur met oorspronkelijke en rijke aankleding. Monogrammen van opdrachtgever, Philippe Oesterman, in smeedijzeren liftkoker en in vloermozaïek “PH O”. Hal met bewaarde conciërge- en telefooncel. TrappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met fraaie glasramen. Zeldzaam bewaarde lift van de engelse firma Waygood (1913) in open schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. , met kooi in mahoniehout met geslepen glas. Plafonds met stucwerkModelleerbare, snel hardende massa van gips, kalk en zand; in gepolijste vorm ter vervanging van marmer.. Elk appartement in oorsprong reeds voorzien van telefoonlijn, badkamer, vuilschuif, centrale verwarming, water, gas en elektriciteit.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 11 (1913).

Publicaties en studies
Gevrijwaarde monumenten en landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Mardaga, 1999, p. 149.