Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Arthur NELISSENarchitect1912

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 5195
lees meer

Beschrijving

Vier opbrengsthuizen in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. en asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van vier bouwlagen n.o.v. arch. Arthur Nelissen, 1912.

Identiek schema maar met verschillende versiering. Bakstenen gevels in diverse kleuren, met hardstenen elementen. In risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op benedenverdieping, op verdiepingen balkons met smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Toegangsdeuren onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Hoge rechthoekige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Bewaarde deuren, behalve op nr. 19.

Nr. 17. Lichtgekleurde bakstenen gevel. Sokkel en stijlen van deur versierd met kleine pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met geometrisch decor. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. en stenen sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., in laatste bouwlaag van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. onder blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. getrapte arcatuur.

Nr. 19. Bakstenen gevel. Rechthoekige muuropeningen, met stijlen op hoekblokken op benedenverdieping en met uitspringende geprofileerde latei op verdiepingen. Tweelicht op benedenverdieping. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. bekroond door Lombardische friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…).. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vervangen door PVC.

Nr. 21. Lichtgekleurde bakstenen gevel met banden in gele baksteen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder als kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). geprofileerde latei.

Nr. 23. Sokkel met geschrankte bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Gele bakstenen gevel. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. ImpostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. van toegangsdeur onder gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op benedenverdieping.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 17: 251 (1912).