Onderzoek en redactie
1997-2004
Bekijk de weerhouden gebouwen
Van Poincarélaan naar Baraplein. Korte maar brede rechtlijnige laan. Verbindt kleine ringlanen (Poincaré- en Zuidlaan) met Baraplein.
Aangelegd volgens algemeen rooilijnenplan voor nieuwe wijken rond nieuwe Zuidstation (Victor Besme, 1863).
Genoemd naar liberaal politicus Alexandre Jamar (1821-1888), minister van Openbare Werken (1868 - 1870) en gouverneur van Nationale Bank van België (1882 - 1888).
Driehoekig bouwblok aan pare zijde begrensd door Europaesplanade (voormalig Grondwetplein) en Argonnestraat (voormalige Pruisenstraat). Bouwblok aan onpare zijde oorspronkelijk doormidden gesneden door Zenne, die grens met gemeente Anderlecht vormt. Zenneloop in jaren 1950 gedicht en afgeleid en gekanaliseerd via nauwe doorgang (zie Frankrijkstraat).
Op kadastraal plan van Brussel uit 1835, worden gebieden rond huidige laan nog aangeduid als velden en landerijen, terwijl de ene Zenne-oever door meerdere bedrijven in bedrukt katoen wordt omzoomd. Zakenman Frédéric-Chrétien Basse blijft eigenaar van de gronden tot 1839. Op andere oever vestigt zich in 1836 de veeartsenijschool van Anderlecht, toen bekend als École d'économie rurale et vétérinaire, met exploitatiegronden ter hoogte van huidige laan. In 1910 wordt het complex gesloopt om de residentiele ontwikkeling van de buurt niet te hinderen.
Aanleg van laan zorgde voor veel geschillen tussen gemeenten Sint-Gillis en Anderlecht, en werden in 1908 in het rapport Affaire du boulevard Jamar door het College meegedeeld aan de Gemeenteraad.
Een eerste twistpunt betrof een ontwerp voor de laan uit de jaren 1860, die samenviel met de aanleg van de naburige Kuregemwijk, met name tussen het Zuidstation en de Bergensesteenweg. In 1864 voorzag arch. Auguste Payen een brede rechte laan die zich eveneens over Anderlecht zou uitstrekken. Bij gebrek aan middelen bleef de laan echter beperkt tot Sint-Gillis. Reeds ter hoogte van het Baraplein werd de laan aan de onpare zijde een stuk smaller. Aan de overkant van het plein, in Anderlecht, werd de laanas verlengd door een smalle straat, namelijk de de Fiennesstraat. De versmalling op Sint-Gillis ter hoogte van het Baraplein, werd nog weergegeven op het gemeenteplan van 1925, maar niet meer op dat van 1958. Wellicht verdween deze vernauwing bij de overwelving van de Zenne in de jaren 1950.
Andere geschillen handelden onder meer over de aanleg van de centrale parterre van de laan, de bouw van een schouwburg en de organisatie van circussen en beurzen. In de ogen van het Anderlechtse gemeentebestuur pastten deze aanpassingen en activiteiten allerminst binnen het stedenbouwkundig project waarbij hun nieuw gemeentehuis (1879) als absolute baken gold.
Bebouwd vanaf 1867 met voornamelijk huizen in neoclassicistische stijl. Nabijheid van het Zuidstation leidde tot tal van handelszaken, hoofdzakelijk café's en hotels. De Zenne trok anderzijds brouwers aan (zie nr. 19 en 29). In het laatste decennium van XIX openden tevens enkele schouwburgzalen hun deuren, zoals Nouvel Eden, Théâtre du Midi en Théâtre des Variétés américaines. De laan telde ook twee filmzalen (thans sterk gewijzigd), nl. ‘Orly' n.o.v. arch. René Ajoux, 1952-1953 (zie nr. 9) en ‘Omnia' n.o.v. arch. Henr.i Pompe, 1909. Laatst genoemde achter rooilijn gelegen (zie nr. 21) en achtereenvolgens herdoopt tot ‘Midi-Palace' en ‘Midivox'.
Huizen op afgeschuinde hoek van Jamarlaan met Poincarélaan waren aanvankelijk op Grondwetplein gelegen. Begin 2000 werden ze bij Jamarlaan gevoegd (zie nr. 1, 1a, 1b, 1c en 1d) in het kader van de bouw van HST-station (zie Fonsnylaan).
Niet geselecteerde nr.: 1 en Poincarélaan 80-81-82: vroeger ensemble van drie huizen met neoclassicistische inslag, 1876, twee vergelijkbare huizen aan weerszijden van hoekhuis. Op nr. 1 herhaaldelijk gewijzigde benedenverdieping; 1d-3: hoekgebouw resulterend uit verbouwing (arch. Jules Brunfaut, 1922) van twee huizen in neoclassicistische stijl, 1876. Gewijzigde benedenverdieping (arch. Gaston Deru, 1941); 2: huis in neoclassicistische stijl, 1869. Café op benedenverdieping, maar herhaaldelijk gewijzigd; 4: huis in neoclassicistische stijl, 1881, met café sinds 1907. Gewijzigd en verhoogd (1921 en 1934); 5: opbrengsthuis in neoclassicistische stijl, 1879. Café sinds 1939, maar reeds sinds eind XIX bekend als cabaret voor boogschuttersvereniging; 6, 8, 10: ensemble van drie huizen in neoclassicistische stijl, 1872. Nr. 8 en 10 verhoogd (resp. 1925 en 1921). Herhaaldelijk verbouwde benedenverdieping, o.m. de oorspronkelijke fraaie art-decopui (arch. Pierre Sermeus, 1934) op nr. 8; 7, 9: twee huizen, vroeger in neoclassicistische stijl, 1882. Verbouwde handelsruimten. Nr. 9 verbouwd tot filmzaal ‘Orly' met 502 zitplaatsen n.o.v. arch. René Ajoux, 1952-1953. Zaal later in twee verdeeld (1982). Sinds 1991 telt ze drie zalen; 11: modernistisch gebouw n.o.v. arch. J.L. Kaberghs, 1957, ter vervanging van gebouw van 1872 dat sinds 1881 beddenfabriek huisvestte. Grote achterbouw met acht bouwlagen (1900), nu volledig gemoderniseerd (arch. Albert Frix, 1955); 12: huis, vroeger in neoclassicistische stijl, 1879, maar met gerenoveerde benedenverdieping (arch. Pierre Lemaire, 1936) en bekleed met briketten (arch. R. Vanderauwera, 1954); 13: huis, 1874, maar gemoderniseerd (arch. J. Hullaert, 1949); 14: huis in neoclassicistische stijl, 1869, maar verhoogd (1901) en benedenverdieping herhaaldelijk gewijzigd; 15: huis in neoclassicistische stijl, 1870. Benedenverdieping oorspr. met twee grote koetspoorten, maar meermaals gewijzigd; 16: huis in neoclassicistische stijl n.o.v. arch. Ch. Nechelput (volgens De Keyser, G., 1996), 1871. Toegevoegd mansardedak (1903) en herhaaldelijk verbouwde benedenverdieping; 18-20: appartementsgebouw, 1946, resultaat van herindeling van twee huizen in neoclassicistische stijl, 1875, oorspr. als ensemble ontworpen met Argonnestraat nr. 4; 21: hotel n.o.v. arch. Gui en Yves Rousseau, 1963, vervangt huis in neoclassicistische stijl, 1869. Achterliggende filmzaal ‘Omnia' n.o.v. arch. Henri Pompe, 1909. Verbouwd (arch. Jean Van Hall, 1919) en herdoopt tot ‘Midi-Palace' en later, in jaren 1950, tot ‘Midivox' of ook wel ‘Vox'. Sloot de deuren begin jaren 1990 en heropende in 1995 als pornografische bioscoop; 22: hoekhuis in neoclassicistische stijl, 1871. Verbouwde benedenverdieping (1934 en 1949); 27: zie nr. 25; 31: huis in neoclassicistische stijl, 1870. Verbouwde benedenverdieping; 33: huis in neoclassicistische stijl, 1888. Verbouwde benedenverdieping; 35: huis in neoclassicistische stijl, 1888. Verbouwde benedenverdieping (1927 en 1986); 37: huis in neoclassicistische stijl, 1886. Verbouwde benedenverdieping; 39-41: appartementsgebouw n.o.v. arch. Ém. Goddin, 1952. Resultaat van samenvoeging van twee huizen in neoclassicistische stijl, 1870; 47-49: appartementsgebouw, resultaat van wijziging van twee huizen uit 1870 en oorspr. als ensemble ontworpen met nr. 51 (volgens De Keyser, G., 1996); 51: winkel van één bouwlaag Vervangt huis van 1870, als ensemble ontworpen met vml. nr. 47 en 49 (volgens De Keyser, G., 1996); 53: Residentie Paris-Nice, op hoek met Baraplein Groot modernistisch gebouw met gebogen gevel n.o.v. arch. Pierre Van Beginnen, 1959. Vervangt verschillende huizen in neoclassicistische stijl.
Aangelegd volgens algemeen rooilijnenplan voor nieuwe wijken rond nieuwe Zuidstation (Victor Besme, 1863).
Genoemd naar liberaal politicus Alexandre Jamar (1821-1888), minister van Openbare Werken (1868 - 1870) en gouverneur van Nationale Bank van België (1882 - 1888).
Driehoekig bouwblok aan pare zijde begrensd door Europaesplanade (voormalig Grondwetplein) en Argonnestraat (voormalige Pruisenstraat). Bouwblok aan onpare zijde oorspronkelijk doormidden gesneden door Zenne, die grens met gemeente Anderlecht vormt. Zenneloop in jaren 1950 gedicht en afgeleid en gekanaliseerd via nauwe doorgang (zie Frankrijkstraat).
Op kadastraal plan van Brussel uit 1835, worden gebieden rond huidige laan nog aangeduid als velden en landerijen, terwijl de ene Zenne-oever door meerdere bedrijven in bedrukt katoen wordt omzoomd. Zakenman Frédéric-Chrétien Basse blijft eigenaar van de gronden tot 1839. Op andere oever vestigt zich in 1836 de veeartsenijschool van Anderlecht, toen bekend als École d'économie rurale et vétérinaire, met exploitatiegronden ter hoogte van huidige laan. In 1910 wordt het complex gesloopt om de residentiele ontwikkeling van de buurt niet te hinderen.
Aanleg van laan zorgde voor veel geschillen tussen gemeenten Sint-Gillis en Anderlecht, en werden in 1908 in het rapport Affaire du boulevard Jamar door het College meegedeeld aan de Gemeenteraad.
Een eerste twistpunt betrof een ontwerp voor de laan uit de jaren 1860, die samenviel met de aanleg van de naburige Kuregemwijk, met name tussen het Zuidstation en de Bergensesteenweg. In 1864 voorzag arch. Auguste Payen een brede rechte laan die zich eveneens over Anderlecht zou uitstrekken. Bij gebrek aan middelen bleef de laan echter beperkt tot Sint-Gillis. Reeds ter hoogte van het Baraplein werd de laan aan de onpare zijde een stuk smaller. Aan de overkant van het plein, in Anderlecht, werd de laanas verlengd door een smalle straat, namelijk de de Fiennesstraat. De versmalling op Sint-Gillis ter hoogte van het Baraplein, werd nog weergegeven op het gemeenteplan van 1925, maar niet meer op dat van 1958. Wellicht verdween deze vernauwing bij de overwelving van de Zenne in de jaren 1950.
Andere geschillen handelden onder meer over de aanleg van de centrale parterre van de laan, de bouw van een schouwburg en de organisatie van circussen en beurzen. In de ogen van het Anderlechtse gemeentebestuur pastten deze aanpassingen en activiteiten allerminst binnen het stedenbouwkundig project waarbij hun nieuw gemeentehuis (1879) als absolute baken gold.
Bebouwd vanaf 1867 met voornamelijk huizen in neoclassicistische stijl. Nabijheid van het Zuidstation leidde tot tal van handelszaken, hoofdzakelijk café's en hotels. De Zenne trok anderzijds brouwers aan (zie nr. 19 en 29). In het laatste decennium van XIX openden tevens enkele schouwburgzalen hun deuren, zoals Nouvel Eden, Théâtre du Midi en Théâtre des Variétés américaines. De laan telde ook twee filmzalen (thans sterk gewijzigd), nl. ‘Orly' n.o.v. arch. René Ajoux, 1952-1953 (zie nr. 9) en ‘Omnia' n.o.v. arch. Henr.i Pompe, 1909. Laatst genoemde achter rooilijn gelegen (zie nr. 21) en achtereenvolgens herdoopt tot ‘Midi-Palace' en ‘Midivox'.
Huizen op afgeschuinde hoek van Jamarlaan met Poincarélaan waren aanvankelijk op Grondwetplein gelegen. Begin 2000 werden ze bij Jamarlaan gevoegd (zie nr. 1, 1a, 1b, 1c en 1d) in het kader van de bouw van HST-station (zie Fonsnylaan).
Niet geselecteerde nr.: 1 en Poincarélaan 80-81-82: vroeger ensemble van drie huizen met neoclassicistische inslag, 1876, twee vergelijkbare huizen aan weerszijden van hoekhuis. Op nr. 1 herhaaldelijk gewijzigde benedenverdieping; 1d-3: hoekgebouw resulterend uit verbouwing (arch. Jules Brunfaut, 1922) van twee huizen in neoclassicistische stijl, 1876. Gewijzigde benedenverdieping (arch. Gaston Deru, 1941); 2: huis in neoclassicistische stijl, 1869. Café op benedenverdieping, maar herhaaldelijk gewijzigd; 4: huis in neoclassicistische stijl, 1881, met café sinds 1907. Gewijzigd en verhoogd (1921 en 1934); 5: opbrengsthuis in neoclassicistische stijl, 1879. Café sinds 1939, maar reeds sinds eind XIX bekend als cabaret voor boogschuttersvereniging; 6, 8, 10: ensemble van drie huizen in neoclassicistische stijl, 1872. Nr. 8 en 10 verhoogd (resp. 1925 en 1921). Herhaaldelijk verbouwde benedenverdieping, o.m. de oorspronkelijke fraaie art-decopui (arch. Pierre Sermeus, 1934) op nr. 8; 7, 9: twee huizen, vroeger in neoclassicistische stijl, 1882. Verbouwde handelsruimten. Nr. 9 verbouwd tot filmzaal ‘Orly' met 502 zitplaatsen n.o.v. arch. René Ajoux, 1952-1953. Zaal later in twee verdeeld (1982). Sinds 1991 telt ze drie zalen; 11: modernistisch gebouw n.o.v. arch. J.L. Kaberghs, 1957, ter vervanging van gebouw van 1872 dat sinds 1881 beddenfabriek huisvestte. Grote achterbouw met acht bouwlagen (1900), nu volledig gemoderniseerd (arch. Albert Frix, 1955); 12: huis, vroeger in neoclassicistische stijl, 1879, maar met gerenoveerde benedenverdieping (arch. Pierre Lemaire, 1936) en bekleed met briketten (arch. R. Vanderauwera, 1954); 13: huis, 1874, maar gemoderniseerd (arch. J. Hullaert, 1949); 14: huis in neoclassicistische stijl, 1869, maar verhoogd (1901) en benedenverdieping herhaaldelijk gewijzigd; 15: huis in neoclassicistische stijl, 1870. Benedenverdieping oorspr. met twee grote koetspoorten, maar meermaals gewijzigd; 16: huis in neoclassicistische stijl n.o.v. arch. Ch. Nechelput (volgens De Keyser, G., 1996), 1871. Toegevoegd mansardedak (1903) en herhaaldelijk verbouwde benedenverdieping; 18-20: appartementsgebouw, 1946, resultaat van herindeling van twee huizen in neoclassicistische stijl, 1875, oorspr. als ensemble ontworpen met Argonnestraat nr. 4; 21: hotel n.o.v. arch. Gui en Yves Rousseau, 1963, vervangt huis in neoclassicistische stijl, 1869. Achterliggende filmzaal ‘Omnia' n.o.v. arch. Henri Pompe, 1909. Verbouwd (arch. Jean Van Hall, 1919) en herdoopt tot ‘Midi-Palace' en later, in jaren 1950, tot ‘Midivox' of ook wel ‘Vox'. Sloot de deuren begin jaren 1990 en heropende in 1995 als pornografische bioscoop; 22: hoekhuis in neoclassicistische stijl, 1871. Verbouwde benedenverdieping (1934 en 1949); 27: zie nr. 25; 31: huis in neoclassicistische stijl, 1870. Verbouwde benedenverdieping; 33: huis in neoclassicistische stijl, 1888. Verbouwde benedenverdieping; 35: huis in neoclassicistische stijl, 1888. Verbouwde benedenverdieping (1927 en 1986); 37: huis in neoclassicistische stijl, 1886. Verbouwde benedenverdieping; 39-41: appartementsgebouw n.o.v. arch. Ém. Goddin, 1952. Resultaat van samenvoeging van twee huizen in neoclassicistische stijl, 1870; 47-49: appartementsgebouw, resultaat van wijziging van twee huizen uit 1870 en oorspr. als ensemble ontworpen met nr. 51 (volgens De Keyser, G., 1996); 51: winkel van één bouwlaag Vervangt huis van 1870, als ensemble ontworpen met vml. nr. 47 en 49 (volgens De Keyser, G., 1996); 53: Residentie Paris-Nice, op hoek met Baraplein Groot modernistisch gebouw met gebogen gevel n.o.v. arch. Pierre Van Beginnen, 1959. Vervangt verschillende huizen in neoclassicistische stijl.
Bronnen
Archieven
Verzameling postkaarten Dexia Bank.
CHDStG.
Publicaties en studies
Affaire du Boulevard Jamar. Différend avec la Commune d'Anderlecht. Rapport du Collège au Conseil communal 20 octobre 1908, Commune de Saint-Gilles-lez-Bruxelles, 1908.
CULOT, M., GÉHOT, H., Bruxelles et la Senne (tentoonstellingcatalogus), AAM, Brussel, 1997, pp. 16-17.
DUBREUCQ, J., Bruxelles 1000, une histoire capitale : 8 sections anciennes de Bruxelles en 9 volumes, Brussel, 1996-2000, pp. 85-92.
PASTORET, P.P., MEES, G., MAMMERICKX, M. (o.l.v.), De l'art à la science ou 150 ans de médecine vétérinaire à Cureghem, Edition des Annales de médecine vétérinaire, Brussel, 1986, pp. 90-92.
PIERRET, J., Le 7ème Art a cent ans…mais que sont nos cinés saint-gillois devenus, Syndicat d'Initiative de Saint-Gilles ASBL, Cercle d'Histoire et de Documentation Locale, Brussel, 1997, fiches 146 en 147.
Verzameling postkaarten Dexia Bank.
CHDStG.
Publicaties en studies
Affaire du Boulevard Jamar. Différend avec la Commune d'Anderlecht. Rapport du Collège au Conseil communal 20 octobre 1908, Commune de Saint-Gilles-lez-Bruxelles, 1908.
CULOT, M., GÉHOT, H., Bruxelles et la Senne (tentoonstellingcatalogus), AAM, Brussel, 1997, pp. 16-17.
DUBREUCQ, J., Bruxelles 1000, une histoire capitale : 8 sections anciennes de Bruxelles en 9 volumes, Brussel, 1996-2000, pp. 85-92.
PASTORET, P.P., MEES, G., MAMMERICKX, M. (o.l.v.), De l'art à la science ou 150 ans de médecine vétérinaire à Cureghem, Edition des Annales de médecine vétérinaire, Brussel, 1986, pp. 90-92.
PIERRET, J., Le 7ème Art a cent ans…mais que sont nos cinés saint-gillois devenus, Syndicat d'Initiative de Saint-Gilles ASBL, Cercle d'Histoire et de Documentation Locale, Brussel, 1997, fiches 146 en 147.
Archieven van de niet geselecteerde nr.:
GASG/DS 1: zie Poincarélaan nr. 80-81-82: 3283 (1876); 1d-3: 3710 (1876), 263 (1922), 59 (1941); 2: 7181 (1869); 4: 172 (1881), 127 (1907), 57 (1921), 58 (1934); 5: 6549 (1879), 60 (1939); 6, 8, 10: 1708 (1872); 7, 9: 345 (1882); 8: 137 (1925), 261 (1934); 9: 103 (1952), 37 (1953), 144 (1982); 10: 137 (1921); 11: 2296 (1872), 2052 (1900), 38 (1955), 21 (1957); 12: 6395 (1879), 303 (1936), – (1954); 13: 2294 (1874), 22 (1949); 14: 7180 (1869), 374 (1901); 15: 7855 (1870); 16: 1339 (1871), 197 (1903); 18-20: 162 (1946), zie Argonnestraat nr. 4: 3132 (1875); 21: 7292 (1869), 113 (1909), 27, 104 (1919), 146 (1963); 22: 8192 (1871), 110 (1934), 102 (1949); 31: 7584 (1870); 33: 1931 (1888); 35: 1901 (1888), 59 (1927), 39 (1986); 37: 1237 (1886); 39-41: 7613 (1870), 172 (1952); 53: 82 (1952).
GASG/DS 1: zie Poincarélaan nr. 80-81-82: 3283 (1876); 1d-3: 3710 (1876), 263 (1922), 59 (1941); 2: 7181 (1869); 4: 172 (1881), 127 (1907), 57 (1921), 58 (1934); 5: 6549 (1879), 60 (1939); 6, 8, 10: 1708 (1872); 7, 9: 345 (1882); 8: 137 (1925), 261 (1934); 9: 103 (1952), 37 (1953), 144 (1982); 10: 137 (1921); 11: 2296 (1872), 2052 (1900), 38 (1955), 21 (1957); 12: 6395 (1879), 303 (1936), – (1954); 13: 2294 (1874), 22 (1949); 14: 7180 (1869), 374 (1901); 15: 7855 (1870); 16: 1339 (1871), 197 (1903); 18-20: 162 (1946), zie Argonnestraat nr. 4: 3132 (1875); 21: 7292 (1869), 113 (1909), 27, 104 (1919), 146 (1963); 22: 8192 (1871), 110 (1934), 102 (1949); 31: 7584 (1870); 33: 1931 (1888); 35: 1901 (1888), 59 (1927), 39 (1986); 37: 1237 (1886); 39-41: 7613 (1870), 172 (1952); 53: 82 (1952).