Typologie(ën)
postkantoor
loods
loods
Ontwerper(s)
J. R. JACOBS – architect – 1963
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
naoorlogs modernisme
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Koekelberg (DPC-DCE - 2020-2023)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - herinneringsplaats van een gemeenschap of van van een sociale groep (bijvoorbeeld de bedevaartskapel op het Kerkplein in Sint-Agatha-Berchem, “de Oude Linde” in Boendael te Elsene); - een plaats met volkssymboliek (bijvoorbeeld het café het “Goudblommeke in papier” in de Cellebroersstraat); - een plaats waar een wijk samenkomt of gestructureerd is (bijvoorbeeld De gebouwen “Fer à Cheval”- in de Floréal tuinwijk); - een goed dat deel uitmaakt van of bestaat uit openbare voorzieningen (scholen, crèches, gemeenschaps- of parochiezalen, sporthallen, stadions, enz.); - goed of ensemble (al dan niet sociale huisvesting) ontworpen om sociale interactie, wederzijdse hulp en buurtcohesie te stimuleren (bijvoorbeeld de woonwijken die na de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd in Ganshoren of de wijken die speciaal voor ouderen werden ontworpen); - goed dat deel uitmaakt van een industrieel complex dat een aanzienlijke activiteit heeft gegenereerd in de gemeente waar het zich bevindt of in het Gewest.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroege gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (ingenieur), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan m.b.t. een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2020-2022
id
Urban : 40219
Beschrijving
Modernistisch postkantoor en opslagplaats voor
postsortering, naar een ontwerp van architect J. R. Jacobs, 1963.
Brede gevel, verdeeld door verticale muurvlakken bekleed met tegels van gekloven hardsteen. Eerste gedeelte, links: benedenverdieping bestemd voor het publiek met lokkettenzaal op benedenverdieping. Beglaasde inkompartij onder betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., omgeven door grote glaspartijen. Tweede gedeelte, rechts: benedenverdieping bestemd voor het personeel, met inpandige toegang voor voetgangers (met marmermozaïek) en een toegang voor voertuigen. Verdiepingen (links één bouwlaag, rechts twee) ingenomen door gordijngevels bestaande uit vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met aluminium kaders, ramen die kantelen om een verticale as, en stroken van donker geëmailleerde glasplaten. Het geheel gemonteerd tussen stroken van gebouchardeerd beton. Vlaggenmast met aluminium schacht en opschrift "POSTES – POSTERIJEN" op de centrale muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag.. Uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Ramen bewaard. Alleen de deuren lijken te zijn vervangen.
Interieur met in lokettenzaal muurschildering waarop loketten en mensen te zien zijn midden in een bos, in blauw en zwart, een werk van Charles Van Deun (1938-2012), neef van schilder Paul Delvaux, en oprichter van de Stichting Paul Delvaux en van het museum in Sint-Idesbald.
Sorteercentrum achter het gebouw van één bouwlaag, onder een paraboolvormige, betonnen dakstructuur zenitaal verlicht met glasbetonnen tegels.
Brede gevel, verdeeld door verticale muurvlakken bekleed met tegels van gekloven hardsteen. Eerste gedeelte, links: benedenverdieping bestemd voor het publiek met lokkettenzaal op benedenverdieping. Beglaasde inkompartij onder betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., omgeven door grote glaspartijen. Tweede gedeelte, rechts: benedenverdieping bestemd voor het personeel, met inpandige toegang voor voetgangers (met marmermozaïek) en een toegang voor voertuigen. Verdiepingen (links één bouwlaag, rechts twee) ingenomen door gordijngevels bestaande uit vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met aluminium kaders, ramen die kantelen om een verticale as, en stroken van donker geëmailleerde glasplaten. Het geheel gemonteerd tussen stroken van gebouchardeerd beton. Vlaggenmast met aluminium schacht en opschrift "POSTES – POSTERIJEN" op de centrale muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag.. Uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Ramen bewaard. Alleen de deuren lijken te zijn vervangen.
Interieur met in lokettenzaal muurschildering waarop loketten en mensen te zien zijn midden in een bos, in blauw en zwart, een werk van Charles Van Deun (1938-2012), neef van schilder Paul Delvaux, en oprichter van de Stichting Paul Delvaux en van het museum in Sint-Idesbald.
Sorteercentrum achter het gebouw van één bouwlaag, onder een paraboolvormige, betonnen dakstructuur zenitaal verlicht met glasbetonnen tegels.
Bronnen
Archieven
GAK/DS 4550-1 (1963).