Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

L. LAMARCHEarchitect1898

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 2845
lees meer

Beschrijving

Huis met neoclassicistische inslag en asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. n.o.v. arch. L. Lamarche (volgens De Keyser, G., 1996), 1898.

Witstenen gevel met hardstenen elementen op gebouchardeerde onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. SouterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. nu garage. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met opengewerkte deur onder hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. ImpostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. bekroond door gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. met bolvormige bekroning. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempel op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en bekroond door kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., die van hoogste bouwlaag onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met op de verdiepingen balkons met balustersVaasvormige spijl van een borstwering., rechthoekige op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in tweede bouwlaag, halfrond op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. in de derde bouwlaag. RankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk. onder puilijst en op de friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in de derde bouwlaag. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 1448 (1898).