Typologie(ën)

school

Ontwerper(s)

Edmond QUÉTINarchitect1891

Juridisch statuut

Beschermd sinds 21 juni 2001

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 1278
lees meer

Beschrijving

Kleuter- en lagere school n.o.v. gemeentearch. Edmond Quétin, 1891.

Architect tekende verschillende gemeentelijke scholen, zoals die op het Bethlehemplein en sommige delen van de Modelschool in de Maurice Lemonnierlaan in Brussel, beiden voorbeeldrealisaties die beantwoorden aan nieuwe organisatie- en hygiënevereisten. School nr. 6 was oorspronkelijk meisjesschool, maar nu gemengd.

Het grondplan is opgebouwd rond twee rechthoekige ruimten, een overdekte binnenplaats (D) en een speelplaats (F), loodrecht op de Bordeauxstraat. Twee volumes in Bordeauxstraat: rechts klassen en centrale toegang naar grote speelplaats (F) met aanpalend appartementsgebouw in Lausannestraat nr. 5-7 (1977) ter vervanging van vroegere tuin (G), en links (H) conciërgewoning met doorgang naar overdekte binnenplaats (D). Links van binnenplaats bakstenen schoorsteen van verwarmingsinstallatie. Tussen binnenplaats en speelplaats lang volume met klassen (E), dat aan overzijde van binnenplaats uitkijkt op gelijkaardig volume (C). Dit volume heeft achteraan een grote turnzaal (A) en wordt links afgeboord door oefenveld (B).

Bordeauxstraat 14-16, gemeenteschool Nr. 6, 1891, n.o.v. arch. Edmond. Quétin, plan van het gelijkvloers (L’Émulation, 1893, col. 189, Pl. 44).

Straatgevel met twee bouwlagen in baksteen met hard- en witstenen elementen op sokkel met rustica. Overwegend getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Rijkelijk voorzien van diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. en ankers.
Rechtse volume (I) met negen gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); middenrisaliet onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.; zijtraveeën geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder uitspringend hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. op kraagstenen; guillotineramenHorizontaal in tweeën gedeeld schuifraam.; centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gedeeltelijk met hoekblokken, deur onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen., archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. en cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met jaartal ‘MDCCCXCI' met klein frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; op verdieping smalle rondboogvensters gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. door ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. en op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met vermelding ‘ecole gardienne / bewaarschool'; puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met klein rondboogvenster en drie hardstenen topstukken, twee vazen en een obeliskMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt..

Linker en lager volume (H) met drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en rechts geflankeerd door monumentale uitspringende neobarokkeNeobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vormentaal teruggrijpt door middel van het gebruik van voluut- en klokgevels, kolossale pilasters, zware decoratie (bossage, zware omlijstingen, enz.). toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. Grote rechthoekige vleugeldeur, versierd met diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. en knoppenRond of afgeplat bolvormig ornament.; hoog impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.; uitkragende geveltop op druipers met grote cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met vermelding ‘ecole primaire / lagereschool' tussen vleugelstukken en bekroond door gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met obeliskMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt.; links van deur ronde bronzen gedenkplaat aan J.J. Michel.

Gevels van de binnenkoeren (F, B) nemen op bescheiden wijze ordonnantie van straatgevels over.

Bordeauxstraat 14-16, overdekte speelplaats (D) (foto 2004).

Overdekte binnenplaats (D) met twee en halve bouwlaag. Op korte zijden topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan straatkant nu bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en gedeeltelijk zichtbaar vanaf straat. Lange zijden met veertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en getoogde muuropeningen. Op verdiepingen gaanderij op smeedijzeren consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Houten plafond met dakbeschotBedekking van een kap, bestaande uit planken die over de gordingen zijn aangebracht; vaak als bebording van leien dakbedekking, in keperverband. Elegant metalen gebinte met rondboogvormig binnengewelf met elkaar verbonden door metalen cirkels. Binnenplaats met bewaard decoratie, onder meer drie luchters en wandlampen in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen….

Bescherming 21.06.2001

Bronnen

Archieven
Verzameling postkaarten Dexia Bank.

Publicaties en studies
BOON, H., Enseignement et alphabétisation bruxelloise de 1830 à 1879, Leuven, 1969 (Recueil de travaux d'histoire et de philologie, 4 :42).
HENNEBERT, D., LAMBERT de ROUVOIT, « Les lieux de savoirs », in Le patrimoine civil public de Wallonie, Liège, 1995, pp. 205-212.
Histoire de l'enseignement en Belgique, CRISP, Brussel, 1988.
JURION-de WAHA, F., Découvrez l'architecture scolaire à Bruxelles, Fondation Roi Baudouin, Brussel, 1987 (La mémoire des pierres), pp. 120-122.
VAN DER BORGHT, I., « Construction d'écoles communales primaires. Le cas des écoles de Bruxelles (1872-1897) », in L'initiative publique des communes de Bruxelles 1795-1914, Brussel, 1984.

Tijdschriften
'Ecole communale, rue de Bordeaux, à Saint-Gilles, Brussel, 1891 (architecte M. Ed. Quétin)', L'Émulation, 1893, col. 189, pl. 46-47.