Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Victor HORTAarchitect1890

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 1316
lees meer

Beschrijving

Huis met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag en symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. i.o.v. G. Matyn, handelaar in ‘draperie et nouveautés' en n.o.v. arch. Victor Horta, 1890.

Representatief voorbeeld uit beginperiode van Horta, nog duidelijk geïnspireerd op neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. traditie van zijn leermeester Alphonse Balat.

Witstenen gevel met hardstenen elementen. Deur binnen brede hardstenen omlijsting onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster., frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en floraal glasraam. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug.. Onderste deel van benedenverdieping belijnd door vier hardstenen banden. Op eerste verdieping venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… leuningen en lamberkijnenDraperie in guirlandevorm, al dan niet met kwasten; vaak geschilderd of nagebootst in hout, metaal, .... HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met concaaf friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in hardsteen afgewisseld door witsteen. Lage attiekmuurMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met twee hardstenen dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder gedrongen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. TraditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). ruimte-indeling met kamers in enfilade.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 2521 (1890).

Publicaties en studies
BORSI, F., PORTOGHESI, P., Horta, trad. fr. J.-M. Van Der Meerschen, éd. J.-M. Collet, Braine l'Alleud, 1996, pp. 54, 101, 395.
LOZE, P., (o.l.v.), Poelaert en zijn tijd (tentoonstellingscatalogus), Gemeentekrediet van België, Brussel, 1980, p. 242.