Typologie(ën)

burgerwoning
loods

Ontwerper(s)

Henri VAN NEROMarchitect1901

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 23130
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in eclectische stijl met invloed van de Vlaamse renaissance, ontworpen door architect Henri Van Nerom i.o.v. Pierre Baeten, houthandelaar, 1901. Gesigneerd op de sokkel “HENRI VAN NEROM / ARCHITECTE / EVERE”.

Opstand van drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en smaller, de zijtraveeën in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en onder trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt.. Bakstenen gevel met elementen in witte baksteen en hardsteen. Muuropeningen onder steekboogvormige ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast., de laterale op de verdiepingen geflankeerd door korte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waarop uitsprongen rusten. Inrijpoort op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). VensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl. op de derde. Balkons met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.: twee laterale balkons op de eerste verdieping, centraal balkon op de tweede. TopgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. en ankers, bekroond door een makelaar1. Versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten stang; - 2. Middenstijl van een dakspant.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard.

Achterliggende magazijnen herbouwd en vergroot in 1914 n.o.v. architect Antoine Cumps.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 266-33-35.