Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Antoine MENNESSIERarchitect1882

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20573
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in neo-Vlaamse renaissancestijl, n.o.v. architect A. Mennessier, gedateerd “1882” met ankers tussen de verdiepingen.

Wegens het “architecturale karakter” van het ontwerp werd de opdrachtgever een afwijking toegestaan op de gevelhoogte, die 3,30 meter hoger was dan de toegestane hoogte.

Drie bouwlagen en drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), symmetrisch op de verdiepingen, onder trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt.. Hardstenen benedenverdieping. Bakstenen verdiepingen met hardstenen, similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen. De rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. zijn gevat in een rondboognis, op de verdiepingen met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met bas-reliëfs: rolwerkOrnament in de vorm van in- en uitzwenkende, bandvormige krullen. op de tweede verdieping, allegorische motieven die hoofdzakelijk betrekking hebben op muziek en literatuur op de andere verdiepingen. De arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. van de benedenverdieping, met Ionische kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen., worden geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. bekroond door een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. waarop een centraal balkon en twee Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. rusten. De glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. die erop uitgeven, zijn gevat in een reeks pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Toscaanse invloed, onder druipers in middeleeuwse stijl met gehurkte figuren, lezers en muzikanten. Op de benedenverdieping, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Op de eerste verdieping, gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., die van het balkon bevestigd aan wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere.. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met twee registersVensterstrook in een topgevel.; twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in het eerste, één vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in het tweede, achter een halfrond balkon op druiper met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Decor van ankers waarvan die bovenaan muzieksymbolen voorstellen: c-sleutel, kruis, mol, f-sleutel en g-sleutel op de topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard op de benedenverdieping; deur met beeldje in het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..

Bronnen

Archieven
GAS/DS 233-22.