Typologie(ën)

kantoorgebouw

Ontwerper(s)

Stijlen

Eclectisme
Beaux-Artsstijl
Art deco

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 21955
lees meer

Beschrijving

Op de hoek met de Wijnheuvelenstraat, oorspronkelijk kantoorgebouw, in laat- eclectische stijl met invloed van de Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. en de art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., ontworpen i.o.v. verzekeringsmaatschappij La Nation Belge, 1929.

Gevel in crèmekleurige baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van groene zandsteen. Opstand van vier bouwlagen onder pseudomansarde en plat dak, bekroond door een koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. op de hoek. Vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan elke weg, verbonden door een bredere, afgeronde toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. geflankeerd door twee blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel gescandeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Secundaire toegang langs de laan. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping getralied, met impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. op de laatste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de straat. Op de eerste verdieping en op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., balkons met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., de meeste op druiper. Monogram “NB” in het traliewerk van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en in dat van het hoekbalkon op de eerste verdieping. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., die van de gevel op drieledige geometrische consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Gemetselde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard; beglaasde smeedijzeren toegangsdeur.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 208-1-3.