Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

René NOTÉRISarchitect1931

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 21988
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee verschillende opbrengsthuizen in art-decostijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect René Notéris en voor eigen rekening, 1931. Gesigneerd op de eerste verdieping op nr. 165 “RENÉ NOTÉRIS / ARCHITECTE”.

Vormen met nr. 163 een bijzonder homogene huizenrij in dezelfde stijl.

Bakstenen gevels met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en witsteen. Rondbogige muuropeningen op de benedenverdieping. Trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. (nr. 165) of bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. (nr. 167), bekroond door een terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met smeedijzeren traliewerk, voor een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Verdiepingen gescandeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Lateien in keperverband. Gebeeldhouwde gestileerde plantenmotieven. Oorspronkelijke beglaasde smeedijzeren deuren. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling en kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard.

Op nr. 165, opstand van vier bouwlagen.

Op nr. 167, opstand van drie bouwlagen onder pseudomansarde en plat dak. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., achthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede verdieping. Twee ongelijke dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., links breder, onder gewelfd frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Bronnen

Archieven
GAS/DS 165: 208-165; 167: 208-167.