Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Raymond FOUCARTarchitect1909

Raymond FOUCARTarchitect1910

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22317
lees meer

Beschrijving

Twee verschillende huizen in eclectische stijl, n.o.v. architect Raymond Foucart voor eigen rekening in respectievelijk 1909 en 1910. Half open bebouwing verbonden door een afsluitmuur met smeedijzeren traliewerk.

Ze maken deel uit van een homogene huizenrij in dezelfde stijl van nr. 79 tot nr. 97.

Op nr. 85, bakstenen gevel met hardstenen elementen. Sokkel in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen.. Gevel langs de laan met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Deur geflankeerd door een getralied raam, onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. VensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping met twee monelenStenen vensterstijl. en laterale tussendorpelsStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. T-vormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter een balkon op vier consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Muuropeningen op de verdiepingen en dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. PuntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met topstukken, aan de zijkant bolvormig. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak. Bewaarde deur; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. deels bewaard.

Op nr. 87-87a, gevels in oranjekleurige baksteen met witstenen elementen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van veelkleurige zandsteen. Drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de laan, een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en een traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) als voorbouw op de zijgevel. De lage benedenverdieping is voorzien van getraliede muuropeningen, waaronder twee deuren, langs de laan geflankeerd door een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneelStenen vensterstijl.. Op de eerste verdieping, een trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en een overdekt balkon, allebei onder een schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. en bekroond door een klein terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede verdieping onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak met beschadigde makelaar1. Versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten stang; - 2. Middenstijl van een dakspant.. Smeedijzeren traliewerk op de nok. Oorspronkelijk schrijn- en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..
Rocailles in de tuin.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 85: 141-85; 87-87a: 141-87.