Typologie(ën)

kerk/kathedraal/basiliek

Ontwerper(s)

Jean COMBAZarchitect1925-1928

Juridisch statuut

Beschermd sinds 27 maart 2003, 04 mei 2006

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22235
lees meer

Beschrijving

Parochiekerk in art-decostijl, ontworpen tussen 1925 en 1928 door architect Jean Combaz. Noordwest–zuidoost georiënteerd op een groot perceel dat het laatste stuk aan de onpare zijde van de Blauweregenlaan inneemt.

Geschiedenis

Louise Thiéry, echtgenote van generaal Maes, verloor haar dochter Suzanne in 1914 en haar man in 1915. Ze wou de nagedachtenis van haar dochter bestendigen door een kerk te bouwen, en daartoe verkreeg ze in 1916 dat in Schaarbeek een nieuwe parochie mocht worden opgericht. Ze werd officieel gesticht bij K.B. van 10.11.1921. In september 1924 werd een noodkerk ingericht op het huidige nr. 714 van de Haachtsesteenweg. Mevrouw Maes verschafte het terrein en de fondsen die nodig waren voor de bouw van de definitieve kerk, en met de hulp van haar broer, kanunnik Armand Thiéry, werkte ze eveneens mee aan het ontwerp en de uitvoering ervan.

Gustave Latinislaan 50, Sint-Suzannakerk, voorstudie, © AAM/fonds Jean Combaz.

In 1925 werden plannen getekend door architect Jean Combaz. Verscheidene voorontwerpen zijn bewaard, waaronder dat voor een kerk volgens centraal plan onder een koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis., en een ander voor een kerk met basilicaal grondplan. Na een aanvraag tot bouwvergunning die op 31.07.1925 werd ingediend, werden wijzigingen in het ontwerp doorgevoerd: de as van de kerk moest samenvallen met de bissectrice van de hoek gevormd door de Latinislaan en de Blauweregenlaan, en rond het gebouw moest een voldoende grote ruimte worden voorbehouden voor beplanting die moest bijdragen tot het karakter van tuinwijk dat voor de wijk was voorgeschreven.

Gustave Latinislaan 50, Sint-Suzannakerk, opstand hoofdgevel, © AAM/fonds Jean Combaz.

Het uiteindelijke ontwerp was geïnspireerd op de Notre-Dame du Raincy (1922-1923), een meesterwerk van de rationele religieuze architectuur in gewapend beton van de hand van de Franse architecten Auguste en Gustave Perret. De Sint-Suzannakerk was de eerste Brusselse kerk die volledig was opgetrokken in gewapend beton. Het was de bedoeling een sfeer van helderheid en licht te scheppen die de “Zegepralende Kerk” moest symboliseren: de architect maakte van het gebouw een immense glaskoepel ondersteund door tien zuilen die een Grieks kruis vormen en een imposante toren dragen.

De funderingswerken werden in januari 1926 aangevat en de eerste steen werd op 09.05.1926 gelegd – hij bevindt zich binnen in de toren rechts van de toegang en is versierd met een chronogram. De kerk werd voor het publiek opengesteld op 11.08.1928, de feestdag van de heilige Suzanna. Op 14.06.1930 aanvaardde de kerkfabriek definitief de schenking van het terrein en de gebouwen. De interieurafwerking duurde echter nog tot 1963, en pas na de plaatsing van de huidige glas-in-loodramen werd de kerk gewijd door kardinaal Suenens, op 01.05.1963.

Beschrijving

Plattegrond

De kerk ligt achter een dreef en een driehoekig voortuintje. Ze heeft een plat dak gevormd door verscheidene vierkante volumes: een groot schip waartegen symmetrisch een koor met dezelfde hoogte achteraan en een toren vooraan werden aangebouwd. In de vier hoeken bevinden zich lagere vierkante volumes met onder meer kapellen, altaren, de sacristie en de doopkapel. In de kelderverdieping, langs buiten bereikbaar via een kleine binnenplaats, moesten verscheidene lokalen komen, waaronder een grote feestzaal, lokalen voor jeugdwerk, een gratis medisch kabinet en een kleuterschool.

Gustave Latinislaan 50, Sint-Suzannakerk, inplantingsplan, © AAM/fonds Jean Combaz.

Buitenzijde

Opstand in zandsteen van Andenne en beton, deels bekleed met roze similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in kalksteen met rustica. Gevel geritmeerd door gegroefde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Grote rechthoekige muuropeningen. Op de hoofdgevel, drie portieken1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. die elk in een gewelfde arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. zijn gevat, achter platforms en bruggetjes boven de kleine binnenplaats. Uitgevoerd door siersmid J. Sillen-Sizaire, monumentale deuren in beschilderd brons, versierd met medaillonsRonde of ovale cartouche. die laurierbladeren voorstellen rond twee letters “S” (Sancta Suzanna) en het zwaard van het martelaarschap. Vierkante klokkentoren van vier bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie, de laatste twee bouwlagen met afgesneden hoeken, bekroond door een betonnen kruis dat is uitgehold om het te kunnen verlichten. Betonnen claustra's versieren de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met glas-in-loodramen en de attiekborstweringen.

Gustave Latinislaan 50, Sint-Suzannakerk (Foto Ch. Bastin & J. Evrard © MBHG).

Interieur

In het tochtportaal vermelden twee gedenkplaten die de naam van de schenkster, de opdracht aan haar dochter, en de bouwdatum van de kerk.

Gustave Latinislaan 50, Sint-Suzannakerk, zicht in het koor (Foto Ch. Bastin & J. Evrard © MBHG).

In de jaren 1970 werd het oorspronkelijk in het wit geschilderde interieur in rood-mauve herschilder, en het plafond in donkerblauw, op advies van architect Simon Brigode. De muren hebben sindsdien hun heldere tonaliteit terug. Ze zijn bekleed met een lage lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … van marmer van Barvaux, en de vloer is betegeld in de drie kleuren van de Belgische vlag. Plat caissonplafond met in elk vak een kruisvormig daklicht met claustra. De toren en de zijvolumes worden ingenomen door een oksaal, in de toren bekroond door een tweede dat in 1962 tot orgelkoor werd omgevormd (bouwer Pels-D'Hondt). Deze twee oksalen waren bestemd voor het mannen- en het vrouwenkoor, en oorspronkelijk werden ze door een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met claustra afgeboord. Het koor met afsluiting (absis) was oorspronkelijk opengewerkt met een grote muuropening die de gelovigen in sterk tegenlicht deed kijken. Dit geheel werd, samen met de zenitale verlichting van het altaar, in de jaren 1950 door de kerkelijke overheid verwijderd, omdat ze vond dat “de verwondering van de gelovigen het goede verloop van de religieuze ceremonies belemmerde”. Oorspronkelijk bevonden zich aan weerszijden van het altaar balkons met borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met claustra. Dit altaar, in travertijn en zwart marmer, is van latere datum. Het origineel, dat met beeldhouwwerken was versierd, was al in 1937 vervangen door een ander altaar dat door de Ateliers d'Art van de École des Métiers d'Art van de abdij van Maredsous werd gemaakt en dat met een ciborium was aangevuld. Het werd in de jaren 1960 afgebroken; enkel de voetstukken zijn bewaard, evenals het grote kruis dat boven het altaar was geplaatst. Rond het altaar bevinden zich vier zijaltaren, waaronder dat van Maria links en dat van Jozef rechts. Marmeren ambones uit 1935 (Ateliers d'Art de Maredsous) aan weerszijden van het koor. Koororgel (Klais, 1930). Houten biechtstoelen in art-decostijl langs de zijmuren van het schip.

Gustave Latinislaan 50, Sint-Suzannakerk, zicht in het koor voor verbouwing, ASB/CP.

Het volume rechts van de toren waarin zich oorspronkelijk de doopkapel bevond, werd in 1975 tot weekkapel omgevormd en van het schip afgescheiden door een glas-in-loodraam ingewerkt in beton. De doopvonten, gemaakt door de Ateliers d'Art de Maredsous, zijn nu in het schip geplaatst, voor het glas-in-loodraam. In 1976 werd het volume links van de toren ingericht tot ontvangstzaal die door een muur van het schip werd afgesloten.

Gustave Latinislaan 50, Sint-Suzannakerk, glasraam met voorstelling van de Heilige Kerk (foto 2012).

De nieuwe kerk werd al meteen versierd met glas-in-loodramen, zowel figuratieve als niet-figuratieve, ontworpen door kanunnik Armand Thiéry. Ze botsten echter op veel kritiek, niet alleen om esthetische redenen maar ook om liturgische, want ze stelden te veel recent overleden personen voor. De meeste glasramen werden dus verwijderd. Twee ervan, met een voorstelling van de Sint-Suzannakerk en respectievelijk 1914 en 1928 gedateerd, zijn bewaard links en rechts van de toren; twee andere uit dezelfde tijd verlichten nog altijd het koor, het een met het devies van kardinaal Mercier, “Apostolus Jesu Christi”, het andere met dat van kardinaal Van Roey, “In nomine Domini”. Van de niet-figuratieve glas-in-loodramen van Thiéry, die uit eenvoudig gekleurd glas bestonden en door de ateliers Charlier waren uitgevoerd, bekritiseerde men de te heldere tonaliteit, en vanaf 1945 werden ze geleidelijk vervangen; binnen de toren zijn echter drie imposante kerkramen bewaard. De meeste van de huidige grote glas-in-loodramen werden tussen 1950 en 1956 geplaatst; ze werden ontworpen door Simon Steger en uitgevoerd door meester-glazenier Jacques Colpaert, woonachtig te Schaarbeek (zie Monrosestraat 33-35). Van de toegang tot het koor stellen ze voor: links, de Heilige Drievuldigheid, de Heilige Kerk en Maria; rechts, de Geboorte, het Lijden en het Laatste Avondmaal. Voor de vroegere doopkapel werden kleine glas-in-loodramen, ook ontworpen door Simon Steger, uitgevoerd door meester-glazenier Huet de Hoogstraeten. Ze bevinden zich boven het altaar van Maria en dat van de heilige Jozef en stellen de instrumenten van het Lijden en de wonden van Christus voor; ze dateren van 1957.

Beschermd 27.03.2003.

Bronnen

Archieven
AAM/Fonds Jean Combaz.
GAS/DS 127-50.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1925, p. 737; 1928, pp. 152-168, 289-302.

Publicaties en studies
LAMBRICHS, A., “L'Art Déco religieux”, in: L'architecture Art Déco Bruxelles 1920 1930, AAM Éditions, 1996, pp.58-59.
SPAPENS, C., L'église Sainte-Suzanne à Schaerbeek, CIDEP, 2003.

Tijdschriften
FLOUQUET, P.-L., “Églises en béton. Sainte Suzanne à Schaerbeek, archit. Jean Combaz”, Bâtir, 40, 1936, pp. 590-591.

Websites
Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Modern koororgel (Klais, 1930)
Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Modern orgel, zonder orgelkast, op de galerij (Pels-D'Hondt, 1962)