Typologie(ën)
villa
driegevelvilla
Tweewoonst
driegevelvilla
Tweewoonst
Ontwerper(s)
Ernest HERENT – architect – 1923
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Art deco
Eclectisme met pittoresk karakter
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 21917
Beschrijving
Vier verschillende villa's met appartementen, met invloeden van de Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. en de art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., ontworpen door architect Ernest Hérent, de villa's in de Generaal Wahislaan in 1923, voor dezelfde opdrachtgever als die op nr. 19 tot 23.
Gebouwen van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Opstanden in oranjekleurige of rode baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Gevels voorzien van veelhoekige voorbouwen bekroond door een terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor een gemetselde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gewelfde omlijsting. Talrijke muuropeningen met twee monelenStenen vensterstijl. of met enkel of dubbel kruisraam. Gebeeldhouwde decors in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk.. Platte, breed uitkragende kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., op nr. 25, 27 en 50-50b gewijzigd. Eén appartement per bouwlaag.
Op Generaal Wahislaan nr. 25 en 27, gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. villa's met in totaal zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de voorgevel en een voorbouw op de zijtraveeën. Op de middentraveeën, onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. voorzien van een half verzonken garage, en een gemetselde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Tussen de twee, toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met deur met keellijst, glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en oeil-de-boeufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink.. Op de zijgevels, brede veelhoekige voorbouw. Op de achtergevel, brede rechthoekige voorbouw die in elke bouwlaag een loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. vormt. Toegangsdeuren bewaard; garagepoorten en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen. Afsluiting van de voortuin met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. uit 1949.
Op Generaal Wahislaan nr. 29-29a, bakstenen gevel met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., thans beschilderd. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in groene zandsteen. Voorgevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met op de zijtraveeën een trapezoïdale voorbouw die op de verdieping een loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met zuilen vormt, rechts voorzien van een half verzonken garage. Centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met deur met keellijst onder een hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en oeil-de-boeufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink.. Op de zij- en achtergevels, voorbouw onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen. Tuinhek verdwenen.
Op Papaverstraat nr. 50-50b, opstand met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en witsteen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van zandsteen. Voorgevel van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), rechts met een trapezoïdale voorbouw die de toegangsportiek met zuilenrij vormt, achter een hardstenen trap. Stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van het terras met smeedijzeren traliewerk. Op de linkertravee, half verzonken garage, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping trapezoïdaal, op de verdieping driehoekig in het midden; gemetselde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt. Brede voorbouw op de rechterzijgevel. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard; garagepoort met getraliede ramen, raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling. Tuinhek verdwenen.
Gebouwen van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Opstanden in oranjekleurige of rode baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Gevels voorzien van veelhoekige voorbouwen bekroond door een terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor een gemetselde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gewelfde omlijsting. Talrijke muuropeningen met twee monelenStenen vensterstijl. of met enkel of dubbel kruisraam. Gebeeldhouwde decors in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk.. Platte, breed uitkragende kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., op nr. 25, 27 en 50-50b gewijzigd. Eén appartement per bouwlaag.
Op Generaal Wahislaan nr. 25 en 27, gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. villa's met in totaal zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de voorgevel en een voorbouw op de zijtraveeën. Op de middentraveeën, onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. voorzien van een half verzonken garage, en een gemetselde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Tussen de twee, toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met deur met keellijst, glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en oeil-de-boeufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink.. Op de zijgevels, brede veelhoekige voorbouw. Op de achtergevel, brede rechthoekige voorbouw die in elke bouwlaag een loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. vormt. Toegangsdeuren bewaard; garagepoorten en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen. Afsluiting van de voortuin met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. uit 1949.
Op Generaal Wahislaan nr. 29-29a, bakstenen gevel met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., thans beschilderd. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in groene zandsteen. Voorgevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met op de zijtraveeën een trapezoïdale voorbouw die op de verdieping een loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met zuilen vormt, rechts voorzien van een half verzonken garage. Centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met deur met keellijst onder een hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en oeil-de-boeufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink.. Op de zij- en achtergevels, voorbouw onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen. Tuinhek verdwenen.
Op Papaverstraat nr. 50-50b, opstand met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en witsteen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van zandsteen. Voorgevel van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), rechts met een trapezoïdale voorbouw die de toegangsportiek met zuilenrij vormt, achter een hardstenen trap. Stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van het terras met smeedijzeren traliewerk. Op de linkertravee, half verzonken garage, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping trapezoïdaal, op de verdieping driehoekig in het midden; gemetselde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt. Brede voorbouw op de rechterzijgevel. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard; garagepoort met getraliede ramen, raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling. Tuinhek verdwenen.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 25, 27: 115-25-27; 29-29a: 115-29.