Typologie(ën)

driegevelvilla

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme met pittoresk karakter

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 21909
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. villa's in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. met pittoresk karakter, ontworpen ca. 1926 i.o.v. aannemer Victor Henrot, tevens opdrachtgever van nr. 9 tot 17 (zie deze nummers).

Gebouwen van twee bouwlagen onder eenzelfde overstekend dak, met mansarde en wolfdak. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels, baksteen op de benedenverdieping en hardstenen elementen, op nr. 3 thans wit beschilderd. Beraapte hoofdgestellenHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. versierd met imitatievakwerk. Op de benedenverdieping, schuine steunberen.
Op de voorgevel, twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) per huis. De hoofdgevel, in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., is voorzien van een rechthoekige voorbouw bekroond door een terras, zelf gelegen achter een terras boven een garagepoort met inrit; traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door een afgewolfde topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Op de secundaire traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping met trapezoïdaal raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en een houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Zijgevels van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Centrale uitspringende toegangsportiek, bekroond door een terras; op nr. 5-7, vrije muuropeningen aan de zijkant en deur versierd met metalen kruiskozijnen.
Stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de terrassen oorspronkelijk opengewerkt; openingen gedicht op nr. 5-7. Achtergebouw van latere datum op nr. 5-7. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling vervangen naar oorspronkelijk ontwerp op nr. 3, bewaard op de verdieping op nr. 5-7. Bakstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) van de afsluiting van de voortuin bewaard.