Typologie(ën)

burgerwoning
architectenwoning

Ontwerper(s)

J. KEYAERTSarchitect1924

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 21614
lees meer

Beschrijving

Persoonlijke woning in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. van de architect J. Keyaerts door hemzelf ontworpen in 1924.

Opstand van drie bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Gevel in oranjekleurige baksteen met zones in witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Op de benedenverdieping, smal centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. geflankeerd door boogvormige muuropeningen, links door de toegangsdeur met zijvenster, rechts door een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Verdiepingen gevat tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. met volute bekroond door een gewelfd hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. op metalen balk. Gewelfde bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. onder een ondiepe loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. voorzien van een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met smeedijzeren traliewerk tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Verzorgd decor: plantenmotieven, getande lateien en canneluresParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard; deur met getraliede ramen en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling met glas-in-loodraam.

Interieur. Op de benedenverdieping, vestibule met links een toilet met vestiaire en rechts de eetkamer. In het midden, groot trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. onder daklicht links, secundair trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. naar de tweede verdieping rechts. Bureau en keuken achteraan. Salon vooraan op de eerste verdieping. Kleine “donkere kamer” op de tweede.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 85-15.