Typologie(ën)

hotel

Ontwerper(s)

Joseph DIONGREarchitect1913-1924

Stijlen

Art deco

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22263
lees meer

Beschrijving

Op de hoek met het Prinses Elisabethplein, voormalig reizigershotel in art-decostijl, n.o.v. architect Joseph Diongre. Het eerste ontwerp dateert van ca. 1913, maar de bouw begon pas daadwerkelijk in 1924. Het hotel opende zijn deuren onder de naam Grand Hôtel Moderne. Het gebouw is thans een opbrengsthuis.

Opstand in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. van vijf bouwlagen onder plat dak, met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op het plein, een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de laan; de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) is smaller en bevat de toegang. Grotendeels uitkragende eerste verdieping op soepel geprofileerde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak. en bekroond door een terras, met brede muuropeningen onder mijterboog of met afgesneden hoeken, tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., sommige doorlopend  in wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. op het terras. Op de volgende verdiepingen, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gescheiden door monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met uitkragende bekroning die het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. doorbreekt. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de derde verdieping en die op de hoek op de vierde achter een Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met holronde vlakken. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en bekroning met het opschrift “ZOLA” in art-decoschrift, tussen bewerkte topstukken.

Benedenverdieping oorspronkelijk bestemd voor een restaurant, met muuropeningen gewijzigd in 1951. Bewaarde smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Smeedijzeren beglaasde deur. Deels bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 79-2-4, 220-2.