Typologie(ën)
hotel
Ontwerper(s)
Michel POLAK – architect – 1927-1928
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Joost-ten-Node (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 10610
Beschrijving
Pand in artdecostijl, gebouwd in 1927-1928 n.o.v. arch. Michel POLAK.
Zeven bouwlagen + entresol + attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (hoofdgevel) + drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Sint-Lazarussstraat. Gevel in Franse steen met decoratief gebruik van blauwe hardsteen. Gemoderniseerde begane grond in natuursteen.
Hoofdgevel: overkragend gedeelte van vier centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van eerste tot vijfde verdieping, verlicht door brede rechthoekige muuropeningen en verticaal geritmeerd door gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die ter hoogte van de entresol op monumentale consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. rusten. Smal bekronend balkon waarvan de postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. gevormd worden door het uiteinde van de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; ijzeren leuningen in art-decostijl. Overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met smallere rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. voorzien van ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., behalve op de entresol- en attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . Zesde verdieping met gestileerde florale reliëfvoorstellingen op muurdammen dat het effect van een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). creëert. Brede kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met bladwerkdecoratie.
In de zijgevel (Sint-Lazarusstraat) zijn - naast de eigenlijke drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) - vier panden verwerkt, waarvan het laatste de hoek met de Ginestestraat vormt. De eerste drie panden met vier bouwlagen + verhoogd met twee attiekverdiepingenVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. en resp. twee, drie en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Lijstgevels in Franse steen. Rechthoekige muuropeningen, al dan niet tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst.. Begane grond met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. waarin brede muuropeningen; stijlen versierd met bloemen, volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en bladwerk.
Het derde pand in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met afwisselende enkelvoudige of gestapelde bow-windowsErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte.; muuropeningen met ijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. of voorzien van stenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters. boven de vroegere korfbogige ingang; panelen met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. en tandlijst op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met trigliefen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..
Op de hoek met de Ginestestraat (vierde) pand in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., getekend "ALBERT POOT / ARCHITECTE / 1920". Vijf bouwlagen + entresol en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) + torenvormige afgeronde hoekpartij van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) + drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Ginestestraat. Bakstenen lijstgevel met decoratief gebruik van natuursteen op arduinen sokkel. Begane grond, entresol en laatste bouwlaag met korfbogige en rondbogige muuropeningen, rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in overige bouwlagen. Overkragende bovenbouw. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in beide gevels voorzien van gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. die over drie verdiepingen lopen; op eerste verdieping met zuilen in Franse steen, in overige verdiepingen voorzien van ijzeren zuilen; bekronende korfbogige loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. in gevel van Sint-Lazarusstraat. Hoofdingang (heden dichtgemetseld) in hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Geflankeerd door twee rondbogige lichten; tussenstijlen gevormd door korte in het midden verdikte zuilen met bloemen en bladwerk. Gelijkaardige zuilen onder de bogenrij van de eerste bouwlaag in de Ginestestraat. Gekorniste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en œils-de-bœuf.
Zeven bouwlagen + entresol + attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (hoofdgevel) + drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Sint-Lazarussstraat. Gevel in Franse steen met decoratief gebruik van blauwe hardsteen. Gemoderniseerde begane grond in natuursteen.
Hoofdgevel: overkragend gedeelte van vier centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van eerste tot vijfde verdieping, verlicht door brede rechthoekige muuropeningen en verticaal geritmeerd door gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die ter hoogte van de entresol op monumentale consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. rusten. Smal bekronend balkon waarvan de postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. gevormd worden door het uiteinde van de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; ijzeren leuningen in art-decostijl. Overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met smallere rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. voorzien van ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., behalve op de entresol- en attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . Zesde verdieping met gestileerde florale reliëfvoorstellingen op muurdammen dat het effect van een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). creëert. Brede kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met bladwerkdecoratie.
In de zijgevel (Sint-Lazarusstraat) zijn - naast de eigenlijke drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) - vier panden verwerkt, waarvan het laatste de hoek met de Ginestestraat vormt. De eerste drie panden met vier bouwlagen + verhoogd met twee attiekverdiepingenVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. en resp. twee, drie en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Lijstgevels in Franse steen. Rechthoekige muuropeningen, al dan niet tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst.. Begane grond met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. waarin brede muuropeningen; stijlen versierd met bloemen, volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en bladwerk.
Het derde pand in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met afwisselende enkelvoudige of gestapelde bow-windowsErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte.; muuropeningen met ijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. of voorzien van stenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters. boven de vroegere korfbogige ingang; panelen met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. en tandlijst op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met trigliefen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..
Op de hoek met de Ginestestraat (vierde) pand in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., getekend "ALBERT POOT / ARCHITECTE / 1920". Vijf bouwlagen + entresol en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) + torenvormige afgeronde hoekpartij van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) + drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Ginestestraat. Bakstenen lijstgevel met decoratief gebruik van natuursteen op arduinen sokkel. Begane grond, entresol en laatste bouwlaag met korfbogige en rondbogige muuropeningen, rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in overige bouwlagen. Overkragende bovenbouw. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in beide gevels voorzien van gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. die over drie verdiepingen lopen; op eerste verdieping met zuilen in Franse steen, in overige verdiepingen voorzien van ijzeren zuilen; bekronende korfbogige loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. in gevel van Sint-Lazarusstraat. Hoofdingang (heden dichtgemetseld) in hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Geflankeerd door twee rondbogige lichten; tussenstijlen gevormd door korte in het midden verdikte zuilen met bloemen en bladwerk. Gelijkaardige zuilen onder de bogenrij van de eerste bouwlaag in de Ginestestraat. Gekorniste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en œils-de-bœuf.
Interieur: in 1987-1988 volledig hernieuwd, waardoor het oorspronkelijk uitzicht verloren is gegaan.