Typologie(ën)
herenhuis
werkplaats (ambachtelijk)
kiosk
bijgebouwen
werkplaats (ambachtelijk)
kiosk
bijgebouwen
Ontwerper(s)
G. THOELEN – architect – 1905
INCONNU - ONBEKEND – 1859
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 15560
Beschrijving
In 1804 kocht Albert-Joseph Hap, burgemeester van Etterbeek, een landgoed van ongeveer drie hectare, hierbij inbegrepen een buitenhuis in Vlaamse renaissancestijl uit XVI.
in dit kasteel wilde de familie Hap een lederfabriek vestigen. De hoofdvleugel telde twee bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en werd aan weerszijden geflankeerd door een vierkante toren van drie bouwlagen onder tentdak. Rondom strekte zich een vijver uit die via de Broebelaar water toegevoerd kreeg. Ten noorden van het goed bevond zich een door de familie Hap opgerichte brouwerij die in 1830 erg gekend was.
In 1855 diende Albert-Joseph Hap een vergunningsaanvraag in voor het omheinen van zijn tuin, het latere Félix Happark dat in het noorden door de Louis Hapstraat, in het zuiden door de Fétisstraat, in het westen door de Waversesteenweg en in het oosten door de Oudergemselaan begrensd wordt.
Sinds 1988 is het park gemeentelijk bezit geworden. Het is toegankelijk via een deur ter hoogte van de Waversesteenweg Nr. 508-510. Door het tracé van de Oudergemselaan is zijn oppervlakte wel afgenomen tot 1 hectare 19 are.
De aanleg van het park moest rekening houden met verschillende elementen: de overblijfselen van het oude lusthuis, een vijver, een kiosk en een "oranjerie", een oude constructie die eertijds dienst deed als stallen en nu gebruikt wordt als atelier van de beeldhouwer Patrice LAROCHE.
In 1859 kreeg François-Louis Hap, zoon van Albert-Joseph, vergunning voor het optrekken van een woning en een omheiningsmuur rond zijn eigendom.
In 1905 vergrootte en verbouwde arch. G. THOELEN het gebouw. Heden lijstgevel in neoclassicistische traditie met twee bouwlagen en acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op arduinen plint met kelderopeningen. Op de begane grond rechthoekige muuropeningen in hoekblokomlijsting onder hanekam en gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. De ingang bevindt zich in de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op de verdieping gelijkvormige muuropeningen in geriemde omlijsting; puilijstvormende lekdrempel rustend op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. ter hoogte van vensterstijlen. De vier centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. worden bekroond door gestrekte lateien en waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met panelen en bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. onderbroken door uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met eikenbladdecoratie die houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst schragen. Achtergevel met twee en een halve bouwlaag. Op begane grond brede vleugeldeur tussen zijlichten onder afdak in glas en smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…. Rechte, smaller toelopende bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. met gebogen smeedijzeren leuning. De rechthoekige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op twee gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. colonnetten met bloemenguirlandes huisvest de bibliotheek.
In 1855 diende Albert-Joseph Hap een vergunningsaanvraag in voor het omheinen van zijn tuin, het latere Félix Happark dat in het noorden door de Louis Hapstraat, in het zuiden door de Fétisstraat, in het westen door de Waversesteenweg en in het oosten door de Oudergemselaan begrensd wordt.
Sinds 1988 is het park gemeentelijk bezit geworden. Het is toegankelijk via een deur ter hoogte van de Waversesteenweg Nr. 508-510. Door het tracé van de Oudergemselaan is zijn oppervlakte wel afgenomen tot 1 hectare 19 are.
De aanleg van het park moest rekening houden met verschillende elementen: de overblijfselen van het oude lusthuis, een vijver, een kiosk en een "oranjerie", een oude constructie die eertijds dienst deed als stallen en nu gebruikt wordt als atelier van de beeldhouwer Patrice LAROCHE.
In 1859 kreeg François-Louis Hap, zoon van Albert-Joseph, vergunning voor het optrekken van een woning en een omheiningsmuur rond zijn eigendom.
In 1905 vergrootte en verbouwde arch. G. THOELEN het gebouw. Heden lijstgevel in neoclassicistische traditie met twee bouwlagen en acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op arduinen plint met kelderopeningen. Op de begane grond rechthoekige muuropeningen in hoekblokomlijsting onder hanekam en gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. De ingang bevindt zich in de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op de verdieping gelijkvormige muuropeningen in geriemde omlijsting; puilijstvormende lekdrempel rustend op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. ter hoogte van vensterstijlen. De vier centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. worden bekroond door gestrekte lateien en waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met panelen en bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. onderbroken door uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met eikenbladdecoratie die houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst schragen. Achtergevel met twee en een halve bouwlaag. Op begane grond brede vleugeldeur tussen zijlichten onder afdak in glas en smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…. Rechte, smaller toelopende bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. met gebogen smeedijzeren leuning. De rechthoekige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op twee gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. colonnetten met bloemenguirlandes huisvest de bibliotheek.
Interieur: op de begane grond notariaat en privé-vertrekken van de notaris, onderling verbonden door kleine hal. Links drie achtereenvolgende ruimtes waarvan de centrale salon gedecoreerd is met zes muurschilderingen - zichten op Etterbeek - door Edouard NAVEZ (1840-1910) van omstreeks 1890. Rechts van vestibule, notariaat waarvan het eerste vertrek voorzien is van loketten voor het cliënteel. Achteraan glasraam met vegetaal motief. Houten cassettenplafond in het kantoor van de notaris.
Bescherming 09.03.1995 (gebouw).
Bescherming 29.06.2000 (tuin)
Bronnen
Archieven
GAEtt./OW 4918 (1855 archieven Provincie Brabant), Ind. Gén. 1197, 1280 (1859), OW 17553 (1905).
Publicaties en studies
CABUY, Y., DEMETER, S., LEUXE, F., Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel: 7. Etterbeek, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994, p. 49.
GAEtt./OW 4918 (1855 archieven Provincie Brabant), Ind. Gén. 1197, 1280 (1859), OW 17553 (1905).
Publicaties en studies
CABUY, Y., DEMETER, S., LEUXE, F., Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel: 7. Etterbeek, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994, p. 49.