Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Jean DEBECKERarchitect1910

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14755
lees meer

Beschrijving

Neoclassicistisch herenhuis met Beaux-ArtselementenArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. waarvoor bouwaanvraag van 1910, n.o.v. arch. Jean DEBECKER.

Drie bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. waarvan twee rechtse gegroepeerd. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met imitatievoegen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., vanaf de tweede bouwlaag begrensd door twee pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met fraaie kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Begane grond met blauwe hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. waarin twee getraliede souterrainvensters, voorts twee rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met doorgetrokken lekdrempels onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., geflankeerd door gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., balusterversiering op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In de tweede bouwlaag deurvenster en rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. uitgevoerd als tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. in geriemde omlijsting met uitgewerkte sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. ; balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en fraaie ijzeren leuning. Dito opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. in de derde bouwlaag doch eenvoudiger uitgewerkt. In de deurtravee vleugeldeur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en bovenvenster met afgeronde frontonbekroning. In de tweede bouwlaag getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. en neuten op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. ; geriemde omlijsting met uitgewerkte sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Dito opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. in derde bouwlaag, doch vlakke omlijsting en guirlandeGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden.  op het paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting.. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst en klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. boven de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel..

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 759 (1910).