Typologie(ën)

woning
burgerwoning

Ontwerper(s)

Augustin GOOVAERTSarchitect1910

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neogotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 13986
lees meer

Beschrijving

Woning in neogotische stijl n.o.v. arch. Augustin GOOVAERTS, gedateerd met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. "1910".

Twee bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bakstenen trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met overhoekse topstukken op bewerkte arduinen sokkel waarin drielichtvormig souterrainvenster. Getoogde muuropeningen in afgeschuinde natuurstenen omlijsting met negblokken onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en met uitstekende lekdrempel. Op begane grond drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en bewerkte vleugeldeur met ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.. Op de verdieping tweelicht tussen zuiltjes, rechts trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op geprofileerde lampetvormige uitbuiging; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met typische gotische motieven gesculpteerd, onder andere passer en meetlat als symbool van architect, centraal op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Geveltop verlicht door drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. steekbogen waarboven langwerpig centraal licht.

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 1352 (1910).