Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

J. VANHAKENDOVERarchitect1922

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 13628
lees meer

Beschrijving

Sober ensemble bestaande uit twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. woningen volgens spiegelbeeldschema en één hoekpand, alle onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Woningen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, 1922 en n.o.v. aannemer Joseph VANHAKENDOVER.

Telkens twee bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping.. GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. lijstgevels met imitatievoegen op arduinen rustiek gebosseerde plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Rechthoekige muuropeningen met uitstekende lekdrempels. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. van twee woningen met bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. ; bekronend balkon met ijzeren leuning ; hoger oplopend dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. AfgeschuindeSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met hoektoren onder zinken kegelvormige torenspits, rustend op lampetvormige uitbuiging ter hoogte van de sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. van het rondboogvenster op de begane grond.

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 2141 (1922).