Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Charles NEIRYNCKarchitect1911

Franz D'OURSarchitect1911

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2005-2007

id

Urban : 16597
lees meer

Beschrijving

Eclectische woning met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. n.o.v. arch. Franz D'ours en Charles Neirynck, 1911.

Maakt deel uit van het homogeen eclectisch geheel van nr. 58 tot 76.

Twee bouwlagen van elkaar gescheiden door entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met torusProfiel dat in doorsnede van kwartrond tot meer dan halfrond is (halfovaal of halfhartvormig).. Simili-gevel met hardstenen elementen. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met opengewerkte smeedijzeren deur tussen composiete pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder latei; in tweede bouwlaag rondboogvenster met geriemde omlijsting die overvloeit in versmallend entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee hardstenen composietzuilen waarop balkon van tweede bouwlaag rust met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. uit balustersVaasvormige spijl van een borstwering.; daar groot rondboogvenster onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. ter ondersteuning van halfrond balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.; tweedelig dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. tussen Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder hoog houten entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en doorbroken door volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Pseudo-mansardedak met boven ingangstravee kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Bronnen

Archieven
GAE/DS 261-62.